De kern van de liefde tot de naaste

 

Het opgesloten zijn heeft onze liefde voor elkaar vaak op de proef gesteld. Het is inderdaad niet gemakkelijk om opgesloten te leven in een huis, in een kleine ruimte en onszelf voortdurend nek aan nek te vinden. Als we dicht bij elkaar zijn, fysiek, stuiten we op elkaars grenzen en dat vraagt om een “surplus aan liefde”, dat “alles in zich opneemt”. Het is troostend om te weten dat Chiara Lubich zelf, in haar gemeenschapsleven, op dit soort moeilijkheden is gestuit.

[…] Ik heb enkele dagen geleden een boek in handen gekregen dat jullie misschien ook kennen. De titel luidt: Het geheim van Moeder Teresa. Ik open het halverwege waar gesproken wordt over de mystiek van de liefde. Ik lees dat hoofdstuk en enkele andere met grote interesse. [… ]

Ik zie duidelijk de radicaliteit van haar leven, haar alles eisende roeping die indruk op me maakt, me bijna afschrikt, maar die me vooral aanspoort om haar na te volgen in de radicale inzet die God van me vraagt. Elk charisma is een prachtige, unieke, onherhaalbare bloem, verschillend van de andere. […]

Aangemoedigd door deze overtuiging neem ik onze Statuten in handen, in de zekerheid dat ik daarin de vorm en de maat van radicaal leven zal vinden die de Heer van mij vraagt. Ik sla de eerste bladzijde open en krijg een kleine geestelijke schok door de ontdekking die ik op dat moment doe (en die ik al 60 jaar ken!). Het gaat hier om de norm van de normen in mijn en ons leven, […] namelijk dat wij “eerst en vóór alles Jezus onder ons voortbrengen en in ons midden houden door de wederzijdse liefde.

Ik neem me meteen voor om die norm te beleven in mijn focolare leefgemeenschap en met wie naast me staat. Maar we weten het: “Laat hij die zonder zonde is, het eerst een steen werpen” (Joh 8, 7). Ook bij ons in huis is niet alles altijd volmaakt: een woord teveel van mij of van anderen, een stilte teveel, een overhaast oordeel, een kleine gehechtheid, een slecht opgenomen lijden. […] Ik begrijp dat ik de eerste moet zijn om Jezus in ons midden ruimte te geven, door alle moeilijkheden uit de weg te ruimen, alle leemten te vullen en alles met de grootste liefde te doen; door alles in de anderen en in mezelf te ‘verdragen’. […] Verdragen is zeker niet zomaar liefde. Het is een speciale liefde, de kern van de liefde.

Ik begin, en het gaat vrij goed, het functioneert! Bij eerdere gelegenheden had ik mijn vriendinnen meteen uitgenodigd om hetzelfde te doen. Deze keer niet. Ik voel duidelijk dat ik teerst zelf heel mijn deel moet doen. En dat heeft effect. Bovendien vervult het mijn hart met geluk, misschien omdat Hij op die manier opnieuw aanwezig is en blijft. Later zal ik het zeggen, maar ik blijf de plicht voelen om door te gaan me zo te gedragen, alsof ik alleen ben.

En mijn vreugde bereikt haar hoogtepunt als me Jezus’ woorden te binnen schieten: “Barmhartigheid wil ik en geen offers” (Mat 9, 13). Barmhartigheid! Dat is de verfijnde liefde die van ons gevraagd wordt en die meer waard is dan offers. Want het mooiste offer is de liefde die ook weet te verdragen, en als het nodig is, kan vergeven en vergeten.

[…] Dat is de radicaliteit van ons leven, de totale inzet die van ons wordt gevraagd.

Chiara Lubich

Uittreksels uit een Conferentiegesprek (“collegamento”) van 20.2.2003.

Lees ook