Synodaliteit. Een moeilijk maar onmisbaar woord

 

Synodaliteit. Het lijkt wel een nieuw modewoord. Tenminste, ik hoor het vaak en ik gebruik het nu zelf ook. “Maar wat bedoel je er eigenlijk mee?”, vroeg iemand me. Terecht. Hier mijn reflecties.

Duim up! Duim neer! Like. Don’t like. Ik vind het leuk. Ik vind het niet leuk. Wij zitten voor onze computer en met één klik laten we de mensen zien wat we denken. Maar eigenlijk niemand op het world wide web  wil echt weten waarom we op de een of andere manier reageren. En we vergeten om, voordat wij een antwoord geven, zelf goed na te denken.
Ook in discussies zie ik vaak gebeuren dat mensen met luide stem hun mening verkondigen zonder naar de ander te luisteren. Want: ‘je moet toch kunnen zeggen wat je denkt.’ We willen authentiek en eerlijk zijn. Dat is goed en belangrijk. Maar wij vergeten misschien dat we tegelijkertijd ook tot een groot ‘samen’ behoren: in huis, op het werk, in de vereniging, in de samenleving, op onze planeet. Daar kun je niet omheen en daar mag je niet omheen. En dat heeft consequenties voor onze communicatie. Precies hier springt een woord naar voren dat we in het vuur van onze gesprekken of in de haast van ons leven zo makkelijk vergeten: dialoog.

Op ooghoogte

Een dialoog ontwikkelt zich in een sfeer van vertrouwen. Dialoog bestaat niet zonder aandacht, geduld en belangstelling ‘op ooghoogte’ voor de ander. Zijn deze kenmerken er van twee kanten, dan kun je spreken van dialoog. Als die er is – en nu komt het – is er synodaliteit. Een blijkbaar moeilijk woord dat niets anders betekent dan samen op weg gaan.
Het is iets dat voor de christenen uit de eerste tijden centraal stond. In het Nieuwe Testament lezen we dat alle gedoopte christenen deelnamen aan het besluitvormingsproces van de gemeenschap. We vinden dit ook uitgedrukt in de term koinonia, nóg een Grieks woord, wat gemeenschap, uitwisseling, broederschap, communio betekent. Ook de aanhef “broeders en zusters” die we vaak lezen in de brieven van het Nieuwe Testament geeft uiting aan de synodaliteit. En dan is er natuurlijk het begrip ‘charisma’, waarmee de apostel Paulus duidelijk maakt dat iedere christen, man of vrouw, Griek of jood, zijn talent en zijn gaven heeft voor het welzijn van heel de gemeenschap. Al deze bijzondere woorden van het begin van het christendom laten zien dat Gods geest krachtig werkzaam kan worden in een saamhorigheid op ooghoogte.
Dat is synodaliteit! Iedereen draagt met zijn/haar talenten bij om de gemeenschap te laten groeien en bloeien. Dat kan niet zonder een duidelijke keuze: een vertrouwen in God die in staat stelt om mijn comfortzone te verlaten en om mijn rol in een gemeenschap op te nemen.

Beatriz Lauenroth