Dit artikel werd in de tijdschrift Nieuwe Stad 2020-2 gepubliceerd.

Hiërarchie en immuniteit
Een beschaafde wereld wordt, ook buiten een crisissituatie, gemeten aan de manier waarop ze omgaat met de meest kwetsbaren. Indien die niet op een inclusieve wijze deel kunnen hebben aan de samenleving doordat hun basisrechten als tewerkstelling, huisvesting, onderwijs, … in het gedrang komen dan is onze democratie niet meer dan een illusie.
We staan vandaag voor een van de paradoxen van ons sociaal-economisch systeem. Enerzijds wordt gepleit voor een strijd tegen ongelijkheden vanuit democratische principes van vrijheid en gelijkheid en tegelijk wordt de ongelijkheid in stand gehouden en zelfs versterkt. Onze samenleving gaat prat op haar verworvenheden van vrijheid en gelijkheid, maar elke dag worden we geconfronteerd met zoveel problemen van onvrijheid en ongelijkheid. Wat staat de inbreng van broederlijkheid en gelijkwaardigheid in de weg?
De Britse econoom John Stuart Mill gaf in de 19de eeuw aan dat een van de feodale realiteiten was blijven bestaan in het hart van de democratie: de hiërarchisch gestructureerde kapitalistische onderneming. Vandaag wijst Luigino Bruni in zijn boek ‘”L’altra metà dell’economia. Gratuità e mercati” op een paradox in ons sociaal-economisch handelen: “Er zijn oorlogen gevoerd en politieke opstanden gepleegd tegen tirannen en dictators, maar zodra we de publieke ruimte verlaten en onze onderneming of ons kantoor binnenlopen, hangen we onze democratisch gezinde burgerjas aan de kapstok en trekken we gedwee de kledij aan van wie zich gedraagt als een gecontroleerde ondergeschikte.”

Samenwerking als coöperatief beginsel met maatschappelijke meerwaarde
Johan Stuart Mill was een pleitbezorger voor coöperaties als democratisch beginsel. Het coöperatief model is ook vandaag actueel, mits organisaties of bedrijven meer zijn dan de som van de individuen die louter vanuit een contractuele verbintenis ten dienste staan van die organisaties. Hoe belangrijk die insteek ook is, het constructief samenwerken op zich is niet voldoende. Er is meer nodig.
Aristoteles spreekt in dit verband over de ‘philia’, wat we vandaag kunnen vertalen als ‘vriendschap’ (of broederlijkheid) en wat we binnen een onderneming ook kunnen omschrijven als ‘niet-contractuele wederkerigheid’. De mens is – zo zegt Aristoteles – gericht op dialoog en relatievorming met anderen zowel binnen de onderneming als erbuiten, met zowel collega’s als leveranciers en zelfs met concurrenten.
De Kerk als onderneming

De Kerk heeft zich in de loop der eeuwen hiërarchisch ontwikkeld rond de paus, de bisschoppen en de priesters voor het institutionele aspect, en daarnaast profetisch vanuit charismatische figuren zoals Augustinus, Franciscus, Benedictus … Chiara Lubich, stichter van de Focolarebeweging, vergelijkt de Kerk in dit verband met een boom. Met enkel charismatische bezielers zou ze gelijken op een boom met bladeren en vruchten, maar zonder stam. Omgekeerd is de Kerk met enkel een hiërarchische structuur niet meer dan een stam met takken. Ook de Kerk heeft niet alleen het institutionele en de structuren van een onderneming nodig maar ook profetische, charismatische inspiratie, en beide realiteiten moeten met elkaar vervlochten zijn.
Enkel als beide elementen in evenwicht zijn, kan de Kerk bijdragen aan de totstandkoming van de ultieme wens van Christus “mogen allen één zijn” (Joh. 17,21). Er is immers ook hier meer nodig dan het verlangen om zich te scharen achter de doelstellingen van een organisatie met gelijkgezinden. Mekaar liefhebben met de maat van de liefde die Christus voor ons heeft gehad, is het essentiële tweede facet.
Een onvoorwaardelijk ‘wij-denken’ creëert maatschappelijke meerwaarde

Ondernemingen die zo werken hebben een sterke maatschappelijke functie waarbij ze terecht sociaal mogen genoemd worden. De maatschappelijke meerwaarde situeert zich op verschillende vlakken en niet in het minst in het creëren van duurzame tewerkstelling met aandacht voor emancipatie, integratie en mensen uit kansengroepen. Deze ondernemingen hebben oog voor duurzame ontwikkeling, milieuvriendelijke productieprocessen en producten, en integrale milieuzorg. Bij de verdeling van de opbrengsten wordt de voorrang gegeven aan arbeid op kapitaal. Opbrengsten vormen hier geen doel op zich, ze zijn een middel om maatschappelijke meerwaarde te realiseren. Dit alles wordt mogelijk gemaakt dankzij een democratische besluitvorming waarbij allen inspraak krijgen met maximale transparantie op vlak van algemeen beleid, financiën en interne en externe relaties.
Inclusie op het werk

Willen we op grote schaal onze idealen van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid integreren in de arbeidsomgeving, dan moeten we altijd weer ruimte geven aan profetische en charismatische vernieuwing binnen de structuren van de onderneming.
Alexis Versele
Architect Alexis Versele is verbonden aan de KU Leuven, Technologiecampus Gent. Hij houdt zich bezig met sociaal-ecologisch bouwen en wonen aan de onderzoeksgroep “Bouwfysica en Duurzaam Bouwen”. Hij is actief bij Domus Mundi vzw, die zich inzet voor Duurzaam Bouwen en Wonen voor kwetsbare groepen.


