Franse les aan buitenlanders

 

Ik geef al drie jaar Franse les als vreemde taal (FLE). Dit jaar heb ik een groep van complete beginners. Wanneer ik kan, vertrouw ik deze tijd toe aan mijn vrijwilligersvrienden, zodat ze met me kunnen bidden.

Die dag stelde ik mezelf opnieuw de vraag: hoe kan ik deze groep, die zo divers is qua leeftijd, nationaliteit, gezinssituatie en taalniveau, interesseren en helpen om vooruitgang te boeken? Twee Somalische moeders, een Turkse vader en jonge vrouwen, drie jonge mannen uit verschillende landen: een Rus, een Tibetaan en een Pakistaan; een Armeens koppel, een jonge Tunesische vrouw die nog nooit naar school is geweest, een Albanese moeder die altijd lacht, die drie kinderen alleen opvoedt en kanker heeft…

Mijn les was de dag ervoor voorbereid in overleg met mijn partner en was geïllustreerd met schetsen en bijschriften. Toen ik aankwam, was ik verbaasd dat er veertien nieuwe cursisten waren, waaronder twee nieuwkomers (hoewel mijn niveaugroep officieel vol zat). Al met tien studenten is dat best sportief! Tweede verrassing: Zoé, die een cursus doet bij de vereniging, sloot zich bij me aan. Ik weet niet goed wat ik haar moet voorstellen. Ik heb moeite met deze persoon; ze heeft een onaantrekkelijk gezicht en spraakgebreken. Menselijk gesproken voel ik me niet tot haar aangetrokken. We hebben elkaar nooit echt gesproken. Ik heb mijn intenties rechtgezet en er alles aan gedaan om met liefde naar haar toe te gaan. Na een paar ongemakkelijke momenten zijn we allebei onze draai aan het vinden en ze is een echte hulp. Als ik een emotie moet uitleggen, doe ik het na: boos, verdrietig, blij… en ik zie de glimlachen…

Aan het einde van de les zei Zoé tegen me: “Je les was geweldig! De Heilige Geest was er!”

We spreken nog een keer over de cursus en toen deelde ze met mij haar leven en de vele pijnlijke momenten die ze had meegemaakt.

Op weg naar huis zei ik tegen mezelf dat ik vandaag misschien wel een “blijde getuige” was geweest, om het woord van de dag te gebruiken.