Een leven over culturele grenzen heen

 

Een artikel uit onze tijdschrift Nieuwe Stad :

Anne Abdel Massih woont in Wemmel. Ze groeide op in Leuven en Brussel. Typerend in haar leven is de verbondenheid met mensen van verschillende culturen. Ze vertelt haar geëngageerd en bezield verhaal.

NS: Ik liet me vertellen dat culturele diversiteit typerend is voor je familie. Klopt dat?

Anne: Ja, mijn moeder is Belgische, mijn vader is Libanees. Gastvrijheid is in onze familie altijd erg belangrijk geweest. Zelf ben ik getrouwd met een Vietnamees. Onze vier kinderen, tussen 14 en 4 jaar, spreken Frans, Nederlands en Vietnamees. Via de school hebben ze ook Afrikaanse vrienden. Mijn Vietnamese schoonouders wonen bij ons op het gelijkvloers. Eén van mijn zussen is getrouwd met een Duitser, een andere zus is verloofd met een Catalaan. Bij de jongeren van de Focolarebeweging waren we ook altijd samen met verschillende nationaliteiten. Openheid voor anderen en voor andere culturen is voor mij heel belangrijk. Verscheidenheid biedt een enorme rijkdom. Het vraagt wel aanpassing. Zo moet ik me er altijd van bewust zijn dat wanneer ik iets doe, de hele familie zich daarbij betrokken voelt, want voor de Vietnamezen is de eer van de familie heel belangrijk. Er zijn ook taalbarrières: het Vietnamees is moeilijk. Op die manier heb ik ervaren dat mensen die de taal van hun omgeving niet kennen het heel moeilijk hebben. In de Aziatische cultuur is er veel respect voor ouderen. In onze cultuur wordt dit wat vergeten.

ECHT CONTACT MET EEN ANDERE CULTUUR IS VOOR MIJ EEN CULTURELE BLIKOPENER GEWEEST.

NS: Hoe kan je culturele barrières overwinnen?

Anne: Door persoonlijke kennismaking. Ik heb vroeger samen met een vriendin een maand als vrijwilliger gewerkt in Senegal. We deden er kinderanimatie op straat in de buitenwijken van Dakar. De groep bestond uit 10 Belgen en 10 Senegalezen. We werkten per twee samen: telkens een Belg en een Senegalees. We sliepen bij families in hun armoedige huisjes. Dit echte contact met een andere cultuur is voor mij een blikopener geweest. De kinderen daar wezen naar ons en noemden ons ‘de witten’. Je ervaart wat mensen voelen die in een ander land met een andere cultuur terechtkomen.

PEACEDAY MOET MEER DAN ÉÉN DAG DUREN.

NS: Als jongere zette je een bewustmakingsinitiatief op. Waarover ging dat?

Anne: Samen met enkele jongeren van verschillende nationaliteiten namen we in Brussel het initiatief om Peaceday bekend te maken. Weinig mensen weten dat 21 september Peaceday is. Wij bedachten Doit4Peace. In de Hoogstraat in Brussel bakten we wafels. De geur trok mensen aan. Zo knoopten we met hen een gesprek aan. Het tweede jaar organiseerden we een concert met mensen van de Focolarebeweging. Dan bleven de mensen langer bij ons. We spraken met hen over vrede en overtuigden hen dat Peaceday meer dan één dag moet duren. We nodigden de mensen uit om op een blaadje te noteren wat Peaceday en vrede voor hen betekenen. Die blaadjes verzamelden we tot een ‘gulden boek’ dat nadien aan de koning en koningin werd overhandigd. Andere jongeren hebben het initiatief daarna voortgezet en het is uitgegroeid tot Together4Peace: concerten, weekends en vakanties met jongeren van verschillende nationaliteiten. We hadden nooit gedacht dat onze kleine actie zo groot zou uitgroeien.

NS: Zet je je nu nog in om mensen samen te brengen?

Anne: In de basisschool in Wemmel ben ik ‘klasouder’. Klasouders vormen een brug tussen de school en de ouders. Ik help o.a. in de bibliotheek, met het schillen van fruit in de klas en met het organiseren van vervoer voor schooluitstappen. Een keer was er een nieuwe leerling, een jongen uit Italië. Hij kende geen Frans of Nederlands. Aan de schoolpoort leerde ik zijn moeder kennen. Ik hielp hen met de documenten van de school en met het vinden van taallessen. Toen de moeder moest geopereerd worden, vroeg ze of haar zoon een tiental dagen bij ons mocht verblijven omdat ze geen andere opvang had. Ik was verwonderd dat ze zoveel vertrouwen in ons had. Nadien zegde de mama dat ze zich gelukkig geen zorgen moest maken voor haar zoon omdat ze zeker was dat hij goed werd opgevangen. Ze zijn intussen verhuisd, maar we zijn vrienden gebleven.

Ik word nu in Wemmel verantwoordelijke voor de Gezinsbond. Zo kan ik gezinnen leren kennen en kan ik hen helpen.

DIALOOG ESSENTIEEL

En bij de verkiezingen van 14 oktober was ik kandidaat voor de OCMW-raad. In faciliteitengemeenten zoals Wemmel worden zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad rechtstreeks verkozen. Ik heb aanvaard om kandidaat te zijn omdat ik via het OCMW concreet iets zou kunnen doen voor mensen. Op de lijst waarop ik kandidaat was, stonden mensen van verschillende strekkingen en ook mensen die geen uitgesproken politieke voorkeur hebben. En zowel Nederlandstaligen als Franstaligen. In deze groep is echte dialoog mogelijk. Dialoog is voor mij essentieel want zo groeit er wederzijds begrip.

NS: Je engagement is gegroeid vanuit de Focolarebeweging. Heb je nog contact?

Anne: In augustus namen we met het hele gezin deel aan de zomermariapolis in Rotselaar. Het was fijn zovele bekenden terug te zien. Vooral boeiend was dat onze kinderen speelden met de kinderen van vrienden en vriendinnen met wie we vroeger samen bij de jongeren waren en met wie ze intussen blijven contact houden.

Interview Frans Ieven 

Lees ook