Een vertrouwensrelatie met een vluchteling uit Koerdistan en de gevolgen daarvan

 

Toen het legerkamp van Lombardsijde tijdelijk werd omgebouwd tot centrum voor vluchtelingen, zijn we met enkele vrienden en collega’s regelmatig als vrijwilligers gaan helpen. We verzamelden kleding en speelgoed, gingen een babbeltje slaan, hielpen met elementaire administratie en namen hen mee met de auto naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Maar vooral naar hen luisteren was essentieel. Met enkele onder hen groeide een hechte band. Openheid, vertrouwen, eerlijkheid en concrete liefde en dienstbaarheid waren daar de basis van voor elk van ons. Voor mij was het belangrijk om daarin vrienden en collega’s te betrekken. Het ideaal van eenheid en wederzijdse liefde dat mijn leven bepaalt, wilde ik zo met anderen leven. Ook onder ons groeide een diepere band.

Het was een intense periode van 8 maand. Tijdens die periode leerde ik een jonge vader beter kennen. Aran was gevlucht uit Iraaks Koerdistan en had zijn zwangere vrouw en hun dochtertje achtergelaten ergens in Turkije. Bij het sluiten van het kamp was hij zo goed als erkend als vluchteling en mocht hij in Middelkerke blijven wonen. We vonden onderdak en begonnen aan de gezinshereniging. Hun leven kwam op zijn pootjes terecht, ze raakten goed ingeburgerd en nu heeft hij vast werk. We blijven sporadisch contact houden met de feesten en met de verjaardagen.

Een tijdje geleden kreeg ik onverwacht een telefoontje van Aran. Hij vertelde me dat hij graag de weekenddiensten en de nachtdiensten op zijn werk wilde doen. Dan sta je er alleen voor om de machines te controleren en eventuele problemen op te lossen. Hij had dat voorstel aan zijn verantwoordelijke gedaan maar kreeg geen antwoord. Zijn vraag naar mij toe was om met de directeur te bellen en uit te leggen dat hij die diensten graag wilde doen – ook omdat hij het geld dat hij hiervoor extra voor wordt betaald goed kan gebruiken voor hun gezin van vier. Zijn vrouw werkte in de horeca maar was door de Covid-crisis haar job kwijt. Volgens hem ging het om vertrouwen, of was zijn baas toch niet tevreden over hem?

Ik wist eerst niet goed hoe ik het moest aanpakken. Wie ben ik om te gaan bellen met zijn baas? Ik twijfelde eraan of zoiets oké was. Maar toen dacht ik dat de liefde alles overwint en dat die broer, Aran en zijn familie, mij nodig had… Ik vertrouwde het aan God toe en waagde het. Ik heb de telefoon genomen, mijn ervaring met die groep vluchtelingen en met Aran verteld en hem de vraag van Aran voorgelegd. Aan de andere kant bleef het even stil… Toen bedankte hij me dat ik de durf had gehad om het op te nemen voor Aran, hij zou erover nadenken en met de ploegbaas spreken.

Een tweetal weken later belde Aran me terug, hij kon vanaf 1 januari meedraaien in de weekenddiensten en de nachtdiensten.

Ik heb de directeur teruggebeld om hem te bedanken. Hij zei me dat mijn telefoontje hem had doen nadenken. Het vertrouwen dat ik had in Aran en zijn gezin, had hem doen beseffen dat dat het sleutelwoord was dat hem over zijn twijfels kon helpen. Hij had de vraag van Aran besproken met de ploegbaas en enkele andere oudere collega’s, en daarna ook een gesprek met Aran zelf gehad. Het had hem gerustgesteld en het was ook de kans geweest om Aran beter te leren kennen. Hij kwam zo te weten dat die een diploma van ingenieur heeft en dus ook met hem over technische zaken goed kon doorpraten.

Hij eindigde: “Je zei me dat Aran en zijn familie als broers en zussen voor jou zijn, wel voor mij is hij ook een soort broer geworden.”

Isabelle, Nieuwpoort

Lees ook