Ernstig ziek

 

Begin augustus 2019 ben ik ernstig ziek geworden. Ik was met een zoon in Noord-Thailand voor een trektocht. Veertien dagen na onze thuiskomst ben ik steeds zieker geworden en had ik ondraaglijke  pijn in beide voeten. Ik moest dringend naar het ziekenhuis. Na enkele dagen werd ik naar de intensieve dienst gebracht, ik heb daar enkel vage herinneringen van.

Een beiderzijdse onderbeenamputatie

Paralyzed man in a wheelchair on the move in the disabled office building.

Toen mijn algemene toestand toch wat beter werd, bleek dat mijn voeten begonnen af te sterven. Ik ben zelf arts en met schrik in het hart werd het me duidelijk dat ze niet meer te redden waren. Ik zou een beiderzijdse onderbeenamputatie ondergaan. Dat kwam zwaar aan, maar ik heb me er tamelijk vlug overheen gezet. Ik dacht: “Ik had kunnen dood zijn, ik had ook mijn handen en mijn ogen kunnen verliezen.” Dus genoeg redenen om dankbaar te zijn en vooruit te kijken. Uiteraard was ik zeer goed omringd en dan denk ik hier op de eerste plaats aan mijn vrouw Françoise, de kinderen en de kleinkinderen.

In de revalidatiafdeling

Na enkele weken ben ik in de revalidatie-afdeling beland. De kamer met een aangepaste badkamer was puur genieten. Gedaan met wachten op een kommetje water of op de bedpan of urinaal (en dan kan wachten héél lastig zijn!). Ik was al mijn zelfstandigheid kwijt en dat maakte me wel eens opstandig. Als ik mijn ongeduld dan uitte, moest ik horen dat ze ook nog andere patiënten hadden. Telkens heb ik mijn excuses aangeboden en zo werd de relatie hersteld. Een keer had ik ’s nachts mijn bed nat gemaakt. Na lang wachten kwam de verpleegster en hielp mij uit het bed om het te verschonen. Toen ging de bel van een andere patiënt en weg was ze … Na een uur kwam ze terug. Ze gaf toe dat ze me vergeten was en bood haar excuses aan. We hebben dan samen het bed verder opgemaakt in een rustige sfeer. Het waren momenten om te blijven beminnen ook al was het moeilijk.

Een nieuwe wereld ging open

Van zodra ik kon oefenen met mijn prothesen ging een nieuwe wereld open. Ik was op goede weg, maar ik ben zeker dat ik ook snel verbeterde omdat mijn moreel goed was. Dat had ik te danken aan de attenties van zoveel mensen. Ook mijn Focolare vrienden hebben mij regelmatig bezocht, gemaild, getelefoneerd of berichtjes gestuurd. Het ‘nu-moment’ is altijd zo’n cadeau geweest. Wanneer Françoise ‘s avonds naar huis ging, had ik het vaak moeilijk. En dan gebeurde het dat een andere vriend er was, onverwacht. We konden naar mekaar luisteren en een goede nacht was verzekerd. Of nog een andere vriend bracht een zak fruit. Met anderen kon ik mijn plannen rond het nieuwe huis bespreken.

Opstandig? Een geloofscrisis?

Ik miste wel eens de band met God, onze Vader, met Jezus, met Maria. Was ik opstandig? Was het een geloofscrisis? Misschien. Maar ik heb mij vastgehouden aan één punt: gewoon ‘doen’ wat ik dacht dat God van mij wilde. En daar kun je je niet in vergissen: het is de mensen graag zien die je pad kruisen.

Eens had ik een dip. Ik weende omdat ik het gevoel had niets meer te betekenen. Toen las ik in het epistel van die dag: “Hou van God”. Dat sloeg in. Ik voelde op dat moment verdriet en vreugde tegelijk: ik kon van God houden die enkel graag wil gezien zijn. Dat was voor mij als een nieuw programma: ik kan vandaag God, Jezus graag zien in elke mens. Chiara Lubich, de stichteres van Focolare, is daar heel duidelijk in: “Bemin Jezus in je naaste en dan ben je verbonden met God die liefde is.”

Een nieuwe dynamiek

Jezus graag zien in mijn naaste werd de drijfveer bij iedere ontmoeting. Iedere morgen had ik tijd om het evangelie te lezen en dat gaf me moed voor de hele dag. Bijna elke dag kon ik de communie ontvangen. Het pastoraal team deed daar alles voor. “Elke dag geïnspireerd, christenen getuigen” is een boek dat me vooruit hielp. Mark Eneman vertelt daarin over zijn werk als psychiater, maar ook over zijn twijfels, en in één adem voegt hij eraan toe: ”Leven volgens het evangelie maakt gelukkig.” en “Het evangelie is een goede boom die goede vruchten voortbrengt”. Ik heb mij daaraan opgetrokken. Wat mij ook gesterkt heeft, is de ziekenzalving. Ton die priester is kwam, het werd een mooi moment van vertroosting. God is ons nabij!

Een gelouterd geloof

Sinds ik thuis ben en met kleine beetjes het gewone leven heropbouw, heb ik veel steun aan het dagelijks gebed. Ik mag zeggen dat mijn geloof gelouterd is en gesterkt. Ik neem stilaan afscheid als huisarts van mijn patiënten. Zij geven mij veel appreciatie en moed. Mijn toestand vraagt nu een heel nieuwe en andere levenswijze. Ondanks de prothesen zal ik toch meer gebonden zijn aan de rolstoel. Mijn drang om te bewegen, te sporten zal ik anders moeten invullen. Geluk vinden in de kleine dingen van ieder moment zal een dagelijkse bezigheid worden.

Françoise en ik zijn dichter naar mekaar gegroeid tijdens deze moeilijke fase. Ook de band met de kinderen en de kleinkinderen, de hele familie is sterker. Dat is een mooi geschenk!

Mark C.

Deze tekst werd in Nieuwe Stad 2-2020 gepubliceerd.

Lees ook