Een kijk op de interreligieuze dialoog in Marokko

 

“Vriendschap is het tegengif voor het extremisme” Interview met Claude Gamble, pionier van Focolare in Marokko.

Na de apostolische reis naar de Verenigde Arabische Emiraten, is de Paus naar Marokko gegaan, een andere kans, zoals hij het zelf heeft gezegd, “om de interreligieuze dialoog en de wederzijdse kennismaking tussen de twee godsdiensten verder te ontwikkelen”.  Eerder dan een verslag over deze buitengewone reis, rapporteren we enkele fragmenten uit de ervaring van iemand die vanaf het ontstaan de eerste gemeenschappen van de Focolarebeweging in dat land heeft gevolgd.

Wat zijn volgens u de uitdagingen voor de christenen in Marokko?

De uitdaging is het bouwen van bruggen. Vandaag zijn we in een fase van extremen die voor iedereen bestaan, christenen en moslims. In de arme wijken is dit zeer gevaarlijk want de mensen zijn gegrepen door idealen die hen radicaliseren. Het is meerdere keren voorgevallen dat terwijl we naar de mis gingen in Tanger, met enkele mensen die de geest van het Focolare delen, dat er met stenen werd gegooid om ons te intimideren. Maar wij geloven in de universele broederlijkheid, en daarover getuigen, daartoe zijn we geroepen. Beetje bij beetje is er iemand die die vriendschap aanvaardt. In Algerije, waar ik heb geleefd, zijn de voorbeelden van broederlijkheid talrijk: elke keer als ik een familie ging bezoeken, voelde ik me er thuis. Het waren allen moslims maar we waren broers. De vriendschap is het tegengif voor het extremisme. Voor God is het van belang dat we mensen zijn die de wederzijdse liefde leven.

Wat kunnen we verwachten van deze reis in het opweggaan naar de dialoog?

Dialoog is geen zoeken om te weten wie de waarheid heeft, want alleen God bezit de waarheid. Ik denk dat de Paus als vertegenwoordiger van de Katholieke kerk, kan aantonen hoe hij zijn manier van christen zijn leeft. Het gaat dus over een getuigenis en dat kan men hem niet weigeren. Vooral omdat hij in vrede komt. De schoonheid van de Arabische mentaliteit is de gastvrijheid. Zij verwelkomen dus de Paus als een broer die hen dierbaar is. De ontmoeting tussen de Paus en de Koning is een uitnodiging om samen te leven voor het welzijn van de mens. In onze Beweging spreken we over dialoog maar ook over “samen”. Samen leven betekent dat ik kan spreken als zijnde christen en jij als zijnde Moslim, en we kunnen samen leven terwijl we onze ervaringen delen. Dit kan gebeuren op het niveau van persoonlijke relaties, niet op niveau van volkeren, want de dialoog is van de orde: “jij naar mij en ik naar jou”.

Hoe kunnen personen van verschillende godsdiensten en overtuigingen zich broers voelen?

Op menselijk vlak is het nodig waarde te hechten aan wat gemeenschappelijk is. In de Koran beginnen alle verzen, uitgezonderd één, met de zin “In de naam van God, de Barmhartige”, en met dit woord ‘barmhartigheid’ komt de moslim dicht in de buurt van wat voor ons het woord ‘liefde’ betekent. Dus met de moslims kunnen we het woord barmhartigheid delen, wat voortkomt uit de term ‘rahma’, wat betekent de moederschoot, waar de wieg van het leven is. En God die barmhartig is, herinnert aan de liefde van de moeder die haar kind beschermt. Hetzelfde geldt voor het Hebreeuwse ‘rehem’, dat dezelfde semantische wortel heeft als rahma, en ook hier de moederschoot betekent. En dus ook voor een jood betekent de barmhartigheid van God dat we een moederliefde moeten hebben voor de anderen. Ook voor een atheïst is dit hetzelfde, een atheïst die gelooft in de mens, gelooft in de moederliefde voor de ander. 800 jaar geleden heeft Sint Franciscus de sultan al-Kamil in het teken van vrede ontmoet. Hij stuurde de eerste broeders naar Marokko. Vanaf toen, werd de aanwezigheid van de Franciscanen in dit land sterk gerespecteerd. In Marokko lieten Minderbroeders zich gevangen zetten om de gevangenen moed in te spreken. Recent heeft de vicaris-generaal van Tanger in de Spaanse en Marokkaanse bibliotheken meer dan 160 brieven gevonden, een briefwisseling tussen Franciscanen en de sultans van Marokko, waarin de sultans hun erkenning uitdrukken voor het werk van de Franciscanen. Dit toont het diepe respect aan voor de katholieke Kerk. De Koning heeft het boek gevraagd dat deze brieven verzamelt om zo dit antieke contact te leren kennen.

 

 

Lees ook