God zit er altijd tussen

 

Dit artikel werd in Nieuwe Stad 2020-4 gepubliceerd.

Bernard Keutgens, een Belgische Focolarino woont en leeft sedert eind 2017 in Aleppo, Syrië, in een focolaregemeenschap. We laten hem hier aan het woord:

Deze paar dagen in Hzeer, een klooster van de zusters Trappistinnen vlakbij de grens met Libanon, waren een echt geschenk voor onze Focolaregemeenschap. Maandenlang zaten we opgesloten in Aleppo vanwege COVID-19. Eindelijk, na drie maanden, konden we enkele dagen verblijven in dit klooster van de cisterciënzerzusters, met wie we al vele jaren een vriendschappelijke en broederlijke band hebben. Zeker, Hzeer is een unieke plek in het land, waar de natuur, de rust, de schoonheid, de eenvoud, het gebed je in het diepst van je hart, van jezelf, in een houding van onmiddellijke contemplatie dragen.

Tegelijkertijd heb je de indruk dat je het verleden, het heden en ook de toekomst raakt door de liederen, het ritme van het leven, de vieringen. Hier kan men de eenheid met God en de eenheid met anderen ervaren. Hier lijkt alles met elkaar verbonden te zijn.

Deze dagen stonden in het perspectief van ‘zichzelf kennen’. Wie zijn we vandaag de dag in deze wereld en wie is God vandaag? Wanneer we ons over onszelf bezinnen, vinden we ook God: Hij laat zich aanraken, Hij kan in ons en onder ons ervaren worden.

Zo kunnen we ons verblijf in Hzeer samenvatten.

En dan het bezoek in Hama bij de familie van Tarek van onze gemeenschap. Hier hebben we de schoonheid van de familie ervaren. In feite hebben we tijdens deze drie uur die we in hun huis hebben doorgebracht, minstens tien mensen van de grote familie ontmoet: tantes, ooms, neven en nichten … In een unieke eenvoud en rond een tafel vol typische gerechten hebben we het onthaal en de gastvrijheid van de Syrische cultuur ervaren.

Daarna zijn we teruggegaan naar Aleppo. We nemen de snelweg naar Hama, die ons door vele plaatsen in de provincie Idleb voert. Op een afstand van 130 km komen we alleen maar ruïnes, vernielde huizen, brokstukken, ingestorte daken tegen. Het zijn indrukwekkende en onvergetelijke beelden. Het is nauwelijks te geloven dat hier niets is blijven staan: alles is vernietigd, maar echt alles. Geen leven, gevolgen van een hel, wrede daden, volledige vernietigingen. Wat is er met de bewoners gebeurd? Waar zijn ze? Waren ze in staat om op tijd te vertrekken voordat de bommen alles kapot maakten? Waar zijn de kinderen gebleven? Zijn ze kunnen ontsnappen? De vrouwen? De mannen? Waar zijn ze? We zien niemand. Dit is de echte dood. Hoeveel mensen liggen er nog begraven onder het puin? Dit is geen film, dit is de realiteit van de afgelopen maanden en ook van de afgelopen jaren.

Ik schaam me om naar dit alles te kijken. Het Westen heeft zeker enige verantwoordelijkheid voor deze daden. Ik kan niet met de vinger naar een ander wijzen, maar ik leg eerst de vinger op mijn landen van herkomst, op Europa, die niet hebben gereageerd wanneer een NAVO-land internationale overeenkomsten negeert en een land met een rijke cultuur binnenvalt. En niemand reageert, geen enkel land veroordeelt deze daden. Het is vreemd. We zijn lafaards. En als ik me inleef in de gevoelens van mijn drie Syrische vrienden in de auto …  We zien dezelfde dingen, maar het is hun land dat werd verwoest. Ik durf me niet eens voor te stellen welke woede, welke agressie uit hun emoties zou kunnen voortkomen. Ik nodig vaak mensen uit om te onderzoeken en te proberen te begrijpen wat er in deze oorlog hier in Syrië is gebeurd. Hoeveel dingen zijn er niet gezegd? Hoeveel leugens zijn er aan het licht gekomen? Vandaag de dag lijkt het erop dat er geen waarheid meer is, men moet zelf de geschiedenis schrijven of achterhalen. Zoveel dingen worden toegedekt om onze handen in onschuld te wassen. Ik kan die beelden van de ruïnes niet vergeten, het lijkt het einde van de wereld.

En ik denk ook aan Jezus. Ik kan me niet voorstellen dat Hij niet lijdt door alles wat hier op aarde is gebeurd. Hij lijdt om het niet respecteren van de tien raadgevingen, zijn geboden: niet doden, niet stelen … niet … Hij wist dat hij een risico nam om zo’n grote liefde aan de mens te geven om hem vrij te laten. En dit is het resultaat …

Ik vertel beide verhalen, beide taferelen aan Robert bij ons ontbijt. “En waar was Jezus?” vroeg hij me. Ik heb niet geaarzeld het ook in Hzeer te vertellen dat Hij tegelijkertijd in tranen is, met zijn liefde hier is, op deze plek van ruïnes, in lijden. Misschien is zijn liefde nog groter voor het lijden van de wereld, omdat Hij wil dat we de wereld opnieuw met liefde opbouwen. En Hij heeft het op zich genomen, maar het is aan ons om het concreet te realiseren.

Ik durf te zeggen dat God er ‘tussen’ zit, tussen deze twee uitersten. Hij is er altijd tussen … Maar ik heb de uitersten kunnen ervaren: de eenheid en de dood, het mooie en het verschrikkelijke, de vrede en de oorlog … God is er altijd ‘tussen’ als we ons laten aanraken, als we ons laten verwonden, net zoals Hij zich liet verwonden, dan maken we deel uit van de nieuwe wereld. Alles wat ik vandaag ervaar, vindt zijn plaats in dit ‘tussen’, ‘tussen deze uitersten’. En ik raak het aan als ik liefheb, als ik me laat beminnen en kwetsen door de ander.

Wanneer ik dit schrijf, is het begin september. Buiten is het meer dan 40 graden. Het is een buitengewoon hete zomer geweest en het is catastrofaal geweest vanwege COVID-19. In korte tijd is het virus het hele land binnengedrongen. Er zijn veel doden gevallen, zelfs van familieleden. In mijn omgeving tel ik minstens 25 mensen (oudere mensen, artsen, apothekers, religieuzen …) die hun leven hebben gegeven. Het gebrek aan medicijnen, specialisten, enzovoort veroorzaakte een rampzalige situatie. Wie denkt eraan om ons te helpen? Dit wordt bijna onmogelijk door het embargo. We zijn in de steek gelaten en opgesloten. En het nieuws van de afgelopen dagen kondigt een grote spanning aan tussen de grote mogendheden en Iran. Ik durf nog steeds de vraag te stellen: hoe kunnen we nog steeds geloven in een toekomst, in de liefde, in deze God tussen ons?

 

Lees ook