Tijdens mijn studentenuitwisseling in Porto heb ik best wel tijd doorgebracht in de focolare leefgemeenschap bij vier vrouwen die totaal vreemd voor me waren. Ik leerde ze kennen tijdens mijn zoektocht naar een studentenkamer. Hoewel ik mama uitdrukkelijk had gevraagd om haar netwerk niet in te schakelen – zo gaat dat als twintiger die op eigen benen wil staan – had ik al snel door dat een beetje lokale Portugese hulp niet overbodig was. Het focolare had gelukkig geen last van die twintiger-allures en ontving mij met open armen. Het lukte hen al snel om een kamer voor me te vinden.
Klein detail, ik verstond op dat moment geen woord van wat ze zeiden. Mijn Portugese taalcursus was nog maar net begonnen en een andere gemeenschappelijke taal was er ook niet. Maar goed, langs beide kanten bleven we doorzetten. De gesprekken op het terras met Margarida werden elke keer wat langer. Mijn Portugees en het Engels van Margarida gingen met rasse schreden vooruit.
De weerstand en de taalbarrières ebden weg en er volgden nog veel gezellige momenten. Meestal stond de deur al open voor ik goed en wel aangekomen was. Minstens één iemand stond klaar voor een hartelijke knuffel en in de keuken rook het lekker. Er was altijd veel te vertellen. De momenten werden uiteindelijk een soort van veilige haven in een periode waar er elke dag nieuwe dingen op me afkwamen.
Wat dit allemaal mogelijk gemaakt heeft, is dat er op geen enkel moment een verplichting was. Ik moest hen niet inschakelen om een kot te vinden. Ik moest de taal niet oefenen met hen. Ik moest geen contact houden. Maar ik wilde het. Ik voelde me goed bij hen en was hen zo dankbaar. Wie had kunnen denken dat die vrouwen die alleen maar Portugees spraken, uiteindelijk een warme houvast werden tijdens mijn uitwisseling.
Febe De Donder