Interview met Maria Voce aan de vooravond van de verkiezing van een nieuwe presidente

 

Hoe heeft Maria Voce haar rol als eerste voorzitster van Focolare na Chiara Lubich, de stichtster, beleefd? In een interview aan Vatican News van 27 januari sprak zij over de huidige situatie van de beweging en haar diepe verbondenheid met paus Franciscus. Wij publiceren er enkele uittreksels uit.

Voorzitten over een realiteit die zo groot en complex is als de Focolarebeweging, die twee miljoen leden telt in 182 landen over de hele wereld, is geen geringe opgave. Scheidend voorzitter is Maria Voce: geboren in Zuid-Italië, juriste, studeerde ze theologie en canoniek recht. Zij sprak met Vatican News over haar 12 jaar ervaring aan het hoofd van de Beweging.

Paus Franciscus en de Focolarebeweging: er is duidelijk sprake van een grote convergentie van perspectieven over de plaats van de dialoog en over de noodzaak om een andere wereld op te bouwen. Met name de oproep van de Paus tot de broederschap van de menselijke familie plaatst de beweging in de voorhoede van de dialoog met leden van andere godsdiensten, ook niet-gelovigen. Hoe ziet u de bijdrage van de Beweging in die zin?

Ik zie het als essentieel, omdat het vanaf het begin altijd essentieel is geweest voor Chiara: zeker door de genade van het charisma van de eenheid ontvangen van de Heilige Geest, voelde zij vanaf het begin dat zij iedereen moest benaderen met een geest van broederschap en dit is wat zij altijd deed wanneer zij iemand ontmoette, in de eerste plaats katholieken – prelaten die haar ondervroegen, zoals we zagen in de film an de RAI], aan de armen van Trente – zoals zij deed wanneer zij mensen ontmoette van andere Kerken, andere godsdiensten of mensen met andere overtuigingen. In elk van hen ontmoette Chiara broeders en zusters en behandelde hen als zodanig: […] het is een buitengewone kracht.

Wij hebben dit ook gezien tijdens deze dagen van voorbereiding op de Assemblee, waarin de mensen die deel uitmaken van de Beweging, en die tot verschillende Kerken en religies behoren, of geen expliciete religieuze referentie hebben, in de frontlinie stonden. Zij allen getuigden vooral van de kracht van de liefde die in staat is op alle niveaus relaties tot stand te brengen, conflicten te overwinnen, samen te komen om te praten, te bidden en samen te zoeken naar de zin van het leven, de zin van de pandemie, de zin van het leven geleefd voor anderen. Wij hebben het gezien in hun woorden van wijsheid, in hun actieve deelname aan de voorbereiding van de Assemblee, omdat zij klaarblijkelijk geïnspireerd waren door dezelfde Heilige Geest die grensoverschrijdend werkt, over alle barrières heen.

Ik heb dus de indruk dat dit de bijdrage is waartoe de Paus ons uitnodigt en waarop hij kan rekenen, niet alleen hij, maar de Kerk en de samenleving, want wij voelen dat er een extreme behoefte is aan deze broederschap en dat de Beweging een bijzondere genade heeft om haar op te bouwen, juist vanwege het charisma van eenheid dat Chiara heeft ontvangen.

De statuten van het Werk van Maria bepalen dat zij altijd een vrouw als president zal hebben. Ik geloof dat de Beweging een van de weinige realiteiten is waar vrouw zijn een voordeel is, zou je kunnen zeggen. Maar het is ook een goed teken voor de burgermaatschappij en voor de Kerk.

Ik moet zeggen dat het woord “voordeel” mij verbijsterd achterlaat, want in werkelijkheid betekent aan het hoofd staan van een Beweging als de onze, de eerste zijn om te dienen, om gebaren van liefde te vermenigvuldigen, om elke uitdaging aan te nemen en te overwinnen met de hulp van God en van de anderen. In zekere zin kan de mogelijkheid om in aanmerking te komen dus een voordeel zijn, maar het lijkt me niet dat we het in die geest beleven, en het lijkt me niet dat de focolarines, die als het ware de enigen zijn die deze functie kunnen ambiëren, het op die manier beleven, maar veeleer in een geest van liefde, ten dienste van het Werk dat door Chiara is gesticht. Anderzijds denk ik dat het zeker ook een getuigenis is van die gelijkheid, die innige broederlijkheid, die gelijke waardigheid, die de verschillen tussen de geslachten overstijgt, die God in onze mensheid heeft ingeschreven toen hij de mens naar zijn beeld schiep en hem tot man en vrouw maakte.

Verenigd dus, in deze complementariteit die de verscheidenheid moet eerbiedigen en zo de ander naar voren moet brengen in zijn of haar vermogen om te geven, dat zeker verschillend zal zijn omdat God twee verschillende wezens heeft geschapen, maar gemaakt om samen te zijn en om samen de mensheid op te bouwen naar zijn beeld en gelijkenis. In die zin denk ik dat dit een teken van vooruitgang is en dat het iets is dat steeds meer opkomt, zowel in de Kerk als in de maatschappij, maar ik denk dat het niets anders is dan de steeds duidelijkere manifestatie van wat het mariale profiel van de Kerk is, dat profiel dat van Maria zegt dat zij vrouw is, moeder, maar ook koningin, ook verbonden met de stichting van de Kerk met haar Zoon op Golgotha,’ medeverlosseres’ van de mensheid, beginsel van eenheid voor allen. In die zin denk ik dus dat het inderdaad een voorrecht is waarover de Beweging zich kan verheugen en dat zij de Kerk en de maatschappij als voorbeeld en in zekere zin als voorloper kan aanbieden.

Maria Voce, wat wenst u vandaag voor het Werk van Maria (de Focolarebeweging) in de komende jaren?

Net als Chiara wens ik het Werk de grootste trouw aan het Evangelie toe, dat wil zeggen een trouw die kan reiken tot heldhaftigheid, omdat deze trouw ons uitnodigt het Evangelie concreet te beleven. En ik zou willen zeggen tot dit Werk dat voortgaat op zijn weg, trouw aan dat woord van het Evangelie dat God wilde uitspreken door dit charisma te zenden, namelijk het woord “eenheid”, dus trouw aan die eenheid die ons in staat moet stellen de relaties te beleven zoals ze in de Drie-eenheid beleefd worden, om aan de wereld te getuigen dat God er wel degelijk is, dat het door het Werk van Maria deze broederlijkheid in de Kerk en in de wereld nog wijder kan uitbreiden, om bij te dragen tot de verwezenlijking van Jezus’ gebed: “Vader, mogen zij allen één zijn”.

Lees ook