Eind juni 2024 heb ik acht dagen lang heerlijk gemediteerd in Aussois in de Savoie (Frankrijk). Onder leiding van Hélène Lathuraz, de verantwoordelijke voor Laudato Si in het bisdom Namen, waren we met elf deelnemers uit de vier hoeken van Wallonië en Brabant.
We carpoolden om er zo ecologisch mogelijk te geraken en de week die volgde was één lange, diepe verwondering over de schepping, ons gemeenschappelijk huis.
De schepping is één gebaar van liefde voor de hele mensheid van een God die van ons houdt en ons dit geschenk heeft gegeven.
Op het programma: videoprojecties in de ochtend voor het vertrek voor een wandeling met botanische en wat wetenschappelijke uitleg over de bergnatuur; momenten van meditatie, soms geleid door een gids en soms in stilte. Zo kwamen we geleidelijk binnen in de goddelijke mystiek van de schepping: het Woord van God, het Woord dat in ons allen aanwezig is.
We lezen fragmenten in Laudato Si (2015) van paus Franciscus. We vinden op 217: “Als het waar is dat externe woestijnen zich vermenigvuldigen in onze wereld, omdat interne woestijnen erg groot zijn geworden, dan is de klimaatcrisis een oproep tot een diepgaande innerlijke bekering”.
We laten ons inspireren door een stukje uit de psalmen. Dit wordt gevolgd door verwondering en dankbaarheid (Psalm 103) voor de schepping.
Dan komt zorg voor de schepping, luisteren naar zowel het geklaag van de aarde als het geklaag van de armen (Laudato Si 19).
Opnieuw verbinden met de schepping leidt tot universele verbondenheid. We brengen een hele dag ‘dromend’ door met de profeet Jesaja: “De wolf zal bij het lam wonen. En de luipaard zal zich neerleggen bij het geitje …” (Jesaja 11, 6-9). In het plan van God de Drie-eenheid is alles mogelijk. Dit is de eschatologie waartoe we worden uitgenodigd door het verrezen Woord van God.
Om deze week van meditatie af te sluiten: verander, verander onszelf, verander onze houding ten opzichte van de schepping.
‘s Avonds, tijdens de eucharistie die we samen rond priester Fernand vierden, deelden we in een geest van respect voor elkaar, op weg naar de zorg die we zouden moeten geven aan ons gemeenschappelijke huis en aan de armen. Gedurende de dag was er in feite menselijke en spirituele inhoud geweest die we nu op het altaar legden.
De maaltijd die we deelden was vegetarisch en gemaakt van lokale producten onder leiding van Nicolas, een uitstekende kok. Ik ben een vleeseter maar werd enthousiast van deze gerechten.
Het was een geweldige ervaring die ik meeneem in mijn rugzak en die ik nu aan jullie vertel. Ik kwam als een andere mens terug en ben ook gegroeid dankzij mijn reisgenoten. Bij onze terugkomst waren we als Petrus, Jakobus en Johannes na de gedaanteverandering van de Heer: verbaasd en hervormd. Toen een van ons me vroeg: “Zal je nu nog een week lang naar de bloemen kijken?” antwoordde ik: “Ze zullen net zo mooi zijn, maar ze zullen niet dezelfde smaak hebben”.
Een wetenschappelijke week in de Haute Savoie
De week daarop was ik in de Haute Savoie voor een tweede periode, niet van meditatie maar van wetenschap: plantkunde, geologie (aardkunde), bryologie (de studie van de mossen), fytosociologie (de studie van de plantenassociaties). Ik was met twee verenigingen van naturalisten uit Charleroi en Haute Lesse. Zeer hoge wetenschappelijke normen. Ik heb mijn kennis van botanie (de leer van de planten) verdiept.
Mijn ervaring tijdens deze week bestond uit twee delen. De eerste was dat de ongeveer veertig mensen in de groep bijzonder open waren om hun kennis van de natuur te delen. Het was een geweldige leerervaring. Sommigen waren professionals op dit gebied, terwijl anderen grote zeer nauwkeurige amateurs waren.
De andere ervaring was op menselijk vlak. We verblijven we in een grote hotelketen met voornamelijk buitenlands personeel. ’s Ochtends en ’s avonds, in de eetzaal, wissel ik een paar woorden uit met het personeel. Een woordje tegen de Bulgaarse receptioniste: БЛАГОДАРЯ (Dank u – BLAGODARYA). In de buffetzaal vertelt een personeelslid met wie ik een paar dagen eerder een gesprek had aangeknoopt dat hij uit Guinee Conakry kwam.
Op de ochtend van mijn vertrek zegt hij tegen mij: “Vertrek jij vandaag?” “Ja”. Hij antwoordt “Ah” met zo’n diepe ‘ah’ dat ik hem vraag: “Waarom deze AH?” “Jij bent de enige die hier tegen ons praat!”
Mijn ogen tintelen. Arme mensen, arme mensen.
Yves Storder, botanist