Overstromingen bij ons in Chênée

 

Voor mij begon het allemaal op de eerste avond van de Mariapolis (een bijeenkomst voor alle generaties, van 14 tot 18 juli) met een telefoontje: “Mam, er stijgt water in de kelder en de auto is weg! Wat moeten we doen?”

De volgende dag kom ik thuis na eindeloze omwegen omdat het water nog steeds stijgt en de bruggen dreigen in te storten.

Ik heb de kampeeruitrusting klaargezet. Er zal geen elektriciteit zijn voor 48 uur, zeggen ze. Ik kook zoveel ik kan. Het regent nog steeds en ik ben bang dat de riolering het niet houdt, de benedenstraat staat onder water.

Het is een schok voor mij om Chênée overstroomd en ontoegankelijk te zien.

Terug in de Mariapolis te Rotselaar, begrijp ik het drama dat zich ontvouwt, door de woorden van mijn kinderen. “Mam, we namen de dekens en gaven ze al het water dat we hadden. Is het goed als we de kip meenemen die je gekookt hebt? Ik gaf mijn nieuwe jas aan iemand die in het water viel. – Geen probleem, neem het allemaal. – Mam, het is verschrikkelijk, mensen zitten al twee dagen vast op hun eerste verdieping en ze roepen om hulp. Ze zitten zonder voedsel en water. We gaan ’s avonds helpen als de politie weg is omdat we niet binnen mogen en we helpen zo goed als we kunnen”. Ik ben ver weg, maar ze moeten het vertellen. Ik ben blij en trots op de hulp die ze geven.

“Mam, we hebben de auto gevonden”. Inderdaad, ik zie hem op een foto haasje-over spelen met andere auto’s die vastzitten in het modderige water.

Op de Mariapolis, komen we samen om na te denken over hoe we kunnen helpen. Binnenkort krijg ik een enorme pallet met nieuwe badlakens om uit te delen.

We komen terug van de Mariapolis en ik vind mijn kinderen modderig bij het helpen van de slachtoffers. Het water trekt zich terug, er ligt overal modder in de straten, de geur van verrotting is soms overweldigend en stapels puin vullen de straten. Stadswerkers zijn 7 dagen per week bezig met het schoonmaken van de straten.

Onze garage met onze aanhanger stond ook onder water.

De 48 uur zonder elektriciteit lopen uit tot lange weken. Geen elektriciteit betekent geen warm water, geen fornuis, geen koelkast, geen afwasmachine, geen wasmachine, geen telefoon, geen computer, geen internet, geen nieuws, geen muziek, enz. Kamperen op vakantie is goed, maar moeilijk in deze omstandigheden. Mijn man Didier voelt zich geïsoleerd en verliest zijn houvast.

Onze François-Xavier is niet gestopt met helpen in het Athénée de Chênée. Hij staat dicht bij de mensen en wordt de verantwoordelijke voor de kleding. “Mam, vandaag kwam er iemand om een badjas vragen, maar we hadden er geen. Ik vroeg hem of hij schoenen had, maar die had hij niet. In feite had hij niets meer en was hij verloren. Dus begon ik hem aan te kleden”. Elke dag had hij me een verhaal te vertellen.

Hij was het die de eerste Focolare-groepen daarheen begeleidde.

De plaatselijke Focolare-gemeenschap is er, sommigen bieden ons een lift aan, anderen eten, een maaltijd, een handje bij het schoonmaken van de garage en de aanhanger, of de sleutel van hun huis, zodat wij meer gemak kunnen hebben. Het is heerlijk om je gesteund te voelen.

Ik zou ook graag meer willen helpen. Ik ga naar verschillende centra zoals het Leger des Heils, de vrijwilligers van de H. Vincentius, mijn collega’s van de medische rampencentra in Chênée en Angleur, het cultureel centrum in Chênée met mijn dozen met badlakens. Ik probeer banden te leggen met de verschillende mensen die helpen. In het cultureel centrum ontmoet ik Delphine en word zeer hartelijk ontvangen. Ze geeft me een knuffel. Ze is verbaasd dat een slachtoffer van een ramp anderen kan helpen.

Ik hoor het leed van de mensen. Na alles geëvacueerd te hebben, moeten ze nu de muren beitelen en blootleggen, zodat ze kunnen drogen. Hun huizen zijn overwoekerd met schimmel. Ze slapen en wonen boven in een onhygiënische omgeving. Ik voel me verdrietig en hulpeloos. Ik kan mijn dagen alleen aan God offeren.

Tegelijkertijd ben ik blij met de solidariteit die sinds de eerste dagen aan de dag is gelegd. Ik ben blij te zien dat heel België en de buurlanden zijn komen helpen.Dank aan jullie allemaal, de plaatselijke Focolare-gemeenschappen uit het hele land, die met veel energie zijn komen helpen.  U hebt hemel en aarde bewogen om voedsel en allerlei materiaal te brengen. Je hebt laten zien dat we allemaal verenigd kunnen zijn. Dank u voor uwLliefde.

Myriam

18 september 2021

Lees ook