Tentoonstelling van de werken van Michel Pochet tijdens het Festival van Salzburg

 

Sinds 2012 opent het Festival van de klassieke muziek in Salzburg, het belangrijkste ter wereld, met een spirituele dimensie. Er wordt een reeks van concerten gegeven van sacrale muziek en conferenties gewijd aan de dialoog tussen de godsdiensten. Voor de eerste keer dit jaar was het Aartsbisdom van Salzburg eveneens aanwezig met een tentoonstelling van de Franse artiest Michel Pochet. Hij was een lange tijd medeverantwoordelijke van de Focolarebeweging in België.

Zaterdagnamiddag 20 juli 2019, om 17 uur, was de inkomhall van het bisschoppelijk paleis van Salzburg afgeladen vol: de

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

presidente van het festival, Helga Rabl-Stadler en Monseigneur Franz Lackner openden de tentoonstelling “Tranen” van de Franse artiest Michel Pochet. Voor de eerste keer nam de Katholieke Kerk van Salzburg deel aan “de spirituele opening” van het muziekfestival”, legde Monseigneur Matthäus Appesbacher, bisschoppelijk vicaris uit. Hij schetste hiervoor de geschiedenis van deze tentoonstelling. Hijzelf wist dat de artiest de gelegenheid had gehad om aan Paus Franciscus een doek te schenken dat het gezicht in tranen voorstelt van God Barmhartigheid. Vanaf toen heeft hij beslist de artiest uit te nodigen op de ‘spirituele opening’ van dit jaar, het centrale thema is gewijd aan tranen.

“De schoonheid – Michel Pochet heeft dit onderlijnd in zijn korte toespraak – is een primordiale behoefte van de mens”. En om de noodzakelijkheid te onderlijnen artiesten te bevrijden van hun complex van sociaal niet nuttig te zijn, vertelt hij de geschiedenis van een jongen uit Amazonië die met zijn fluitspel heeft getracht zijn familie te onderhouden die honger leed.

De werken gekozen voor deze tentoonstelling, die afliep op 30 juli, nodigen uit tot dialoog. De tentoonstelling had plaats in het prestigieuze kader van de stad Salzburg, waar alles herinnert aan de alliantie tussen de Kerk en de macht in de loop van haar geschiedenis. In deze stad heeft de ontmoeting tussen Kerk en kunst pronkerige werken voortgebracht, terwijl de werken van Michel Pochet gewild sober zijn in hun materie, hun vorm en hun inhoud.

Zijn doeken tonen dit, zoals deze waar hij de aanwezigheid van God in Auschwitz “vertelt”, hij gebruikt een lichte penseelstreek op een witte stof die bijna herleid wordt tot lompen. Pochet tekent de onuitsprekelijke horror van de berg lijken waargenomen door het hart van God in tranen. Een verrassend bijna irritant detail: elk lijk bezit een identiteitskaart wat nochtans in de concentratiekampen niet bestond. Wat wel het geval is in de lijkenhuizen in de politieseries op tv: zelfs wanneer het gaat om een ambtelijke procedure, in de lijkenhuizen worden de doden zo ontrokken aan de anonimiteit. Op het doek zijn deze identiteitskaarten een vluchtige herinnering van het geheugen van God: ook al heeft men getracht om talrijke namen te wissen van de oppervlakte van de aarde, Hij vergeet niet. Naast deze scene, als een contrapunt, verschijnt een groot gelaat van Maria met trekken die bijna een viriel aspect bieden. Dit weefsel met zachte kleuren is vol poëzie: de tranen van Maria zijn als parels van dauw en suggereren de dageraad van een nieuwe schepping.

De tentoonstelling werd geïnstalleerd in de inkomhall en in een aangrenzende zaal. Zij bevat een grafisch ontwerp in zwart en wit: een “Kruisweg” met scènes van het lijden van Jezus en de pijnen van onze tijd. De tentoonstelling gaat verder met een reeks van meditaties van andere “gezichten van God” waarmee hij zijn volk is tegemoet

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

gekomen in zijn aartsengelen. Men kan het beschouwen als “sacrale kunst”, wel verwijdert ze zich sterk van de voorstellingen die die naam dragen. Zij illustreren niet de scènes van de Heilige Schrift of theologische concepten, zoals het dikwijls het geval was tijdens de Barok en de Rococo, maar zij heeft de durf van een persoonlijke reflectie. Het accent gelegd op het gelaat doet denken aan de stellingen van de filosoof G. M. Zanghi, voor wie “Het opduikende Sacrale “ in de eenentwintigste eeuw het “Zonder gezicht”, een “Macht zonder gezicht”(1) reflecteert.

Peter Seifert, kunsthistoricus

  • Giuseppe Maria Zanghi, Nacht van de Europese cultuur, Rome 2007, p. 46-47

 

Lees ook