UBUNTU: ik ben omdat wij zijn

 

Op uitnodiging van Anastase NGoy, vertegenwoordiger van de ondernemers van de Gemeenschapseconomie van Katanga, trokken Koen en Lieve en Marc en Reinhilde eind november 2019 naar Lubumbashi in de DR Congo. Terecht fier wilden de sterk betrokken inwoners de realisatie tonen van de nieuwe kliniek, genoemd naar de stichteres van de Focolarebeweging Chiara Lubich. Het ziekenhuis betekent een bijzondere bijdrage voor de lokale samenleving aan deze kant van de stad. 

Alles begon toen het focolare van Lubumbashi op korte tijd een derde keer moest verhuizen. Enkele ondernemers gingen zoeken naar een geschikt bouwterrein. Ze vonden een stuk grond aan de rand van de stad, dicht bij een dorp zonder elektriciteits- en watervoorziening. Samen met de lokale gemeenschap werd besloten om daar alvast een waterput te boren. Dit gebeurde in 2011, een groot feest bracht de hele buurt samen om dit te vieren!

Er werd intussen verder nagedacht wat er meer kon gebouwd worden op deze plek: een ‘evangeliehuis’ zoals het focolare genoemd wordt, of eerder een school, of een ziekenhuis? Samen met ook enkele artsen en verzorgend personeel uit de gemeenschap, en met een groot geloof maakten ze plannen voor een hospitaal met bijzondere aandacht voor de zorg voor moeder en kind. Er was aan die kant van de stad geen ziekenhuis.

De eerste grote hindernissen

De werken waren pas begonnen toen de overheid zomaar een stuk van de grond opeiste dat dwars door de toekomstige kliniek zou lopen, voor de aanleg van een weg naar een nieuwe ertsontginning. Op de dag dat de bulldozer kwam aanrijden om het terrein vrij te maken, zag de bestuurder dat hij de put moest vernielen waar vrouwen en kinderen water kwamen halen. Daarop zei hij: “Ik kan dit niet doen.” Maar hij moest doorgaan, daartoe verplicht door de man van het kadaster. Toen kwamen de vrouwen van de gemeenschap voor de bulldozer staan en riepen: “Dit wordt ons hospitaal, dit is een werk van de Kerk, je mag dit niet verhinderen!” De man en de bulldozer zijn vertrokken en niet meer weergekeerd. “Op dat moment,” zegt Anastase, “voelden we aan dat God met ons meebouwde”.

De prijs van de aannemer voor de bouwwerken bleek veel te hoog voor ons. We vertelden hem uitgebreid over ons project en lieten de plaats en zijn bevolking zien: de man liet het werk doen aan de helft van de prijs! Keer op keer hebben we nadien nog ‘het honderdvoud’ gekregen zoals het evangelie belooft. Ieder deed zijn deel: de vrouw van een ondernemer begon een ‘briquetterie’ samen met de vrouwen van de gemeenschap en hun vriendinnen van verderop. Ze maakten bakstenen van gezeefd termietenzand dat vermengd werd met een hoeveelheid water, in een vorm gegoten, gedroogd en ter plaatse gebakken in hun zelfgemaakte ovens. Een gigantisch werk!

Ook de kinderen droegen hun ‘steentje’ bij: ze maakten onder andere kleine kerstkribbetjes met een kindje Jezus van gips en verkochten die met veel ijver aan de kathedraal.

Eens de kliniek operationeel, werden de terreinen errond bruikbaar gemaakt. Er worden maïs, bonen en aardolienoten gecultiveerd. Er is een kleine kwekerij gestart van eenden en kippen, en op vraag van de kinderen uit het dorp is er een voetbalterrein aangelegd en een voetbalclub opgericht met de naam FC Leo Andringa, naar een goede vriend en voortrekker van de Gemeenschapseconomie, die opkwam voor de armsten en nu hun voorspreker is in de hemel.

Officiële opening

Na acht jaar hard werken, eindelijk de officiële opening! Zes uur later dan gepland, maar wel mét de minister van gezondheid van de deelregering van Katanga, werd het een ongelooflijk feest voor iedereen, allen op de foto met de minister! De moeders van het dorp hebben hem gevraagd of hij mee wil ijveren voor een buurtschool.

Een internationaal medisch congres

Er is een grote dankbaarheid onder de bevolking voor wat de liefde onder elkaar tot stand bracht. In de dagen voorafgaand aan de opening vond een tweedaags internationaal medisch congres plaats met als thema ‘Gezondheid, cultuur en dialoog: een nieuw zorgparadigma in de medische praktijk’. Hieraan namen ongeveer tweehonderd professionelen deel, vooral Congolezen, maar ook deelnemers uit andere Afrikaanse landen en enkele uit Europa: artsen van diverse disciplines, verpleegkundigen, kinesisten, apothekers en andere betrokkenen.

Regelmatig kwam op dit congres het Afrikaanse concept ‘Ubuntu’ aan bod, wat betekent: “ik ben omdat wij zijn”. In de Afrikaanse cultuur wordt sterk aangevoeld dat we als mens lid zijn van een gemeenschap en familiale verbondenheid nodig hebben – de familie wordt hierbij ruim opgevat. Er ligt veel minder nadruk op het individuele, autonome bestaan. Dit krachtige gemeenschapsleven, dat wel vermindert in verstedelijkte gebieden, heeft heel wat voordelen en men kijkt vreemd op als het begrip ‘eenzaamheid’ aan bod komt, een toch prominent probleem in het Westen. Men begrijpt niet goed hoe dit kan. Bejaarde mensen worden hier niet ondergebracht in tehuizen, maar opgevangen in de gemeenschap. Toen we een arts met een jarenlange praktijkervaring in Afrika vroegen naar het voorkomen van suïcide, zei hij ons dat zelfdoding eerder zeldzaam is in Afrika. Volgens hem is in Afrika de verbondenheid tussen mensen een belangrijke beschermende factor.

Op het medisch congres werd ook ruim aandacht geschonken aan de dialoog met de in Afrika nog levendige traditionele geneeskunde. Hoewel kritische zin niet ontbrak, probeerde men toch een respectvolle dialoog met de traditionele geneeskunde te voeren en na te gaan hoe de positieve elementen hiervan ook kunnen behouden blijven in de moderne geneeskunde.

Ten slotte werd ook aandacht besteed aan de zorg voor patiënten met chronische aandoeningen, zoals diabetes. Chronische zorg is een vrij nieuw verschijnsel in de Afrikaanse geneeskunde, dat dank zij de medische vooruitgang nu ook mogelijk wordt. De zorg voor psychiatrische patiënten is nog erg summier maar toch in ontwikkeling, met interessante aspecten, zoals het gaan opzoeken van de patiënten in de dorpen waar ze verblijven eerder dan ze op te nemen in een ziekenhuis, zodat ze de band met de gemeenschap niet verliezen. In geval het toch tot een hospitalisatie komt, wordt de familie hier sterk bij betrokken.

‘Gemeenschapseconomie’ in de regio

Tijdens deze dagen hadden we ook de gelegenheid om enkele bedrijfjes te bezoeken. We maakten kennis met Michel Gudumbe, een jonge ondernemer, tevens de bezieler van de lokale ‘incubator’. Dat is een bedrijf dat jonge ondernemers van de Gemeenschapseconomie helpt met starten en groeien. “De incubator ligt in een buitenwijk van de stad,” vertelt Michel, “zo bereiken we mensen die niet tot in de stad komen.” Veel vrouwen zijn thuis bij de kinderen en worden begeleid om een zelfstandige handel op te zetten met hun producten (naaiwerk, brood, kippen, enzovoort). Andere jongeren worden gecoacht in hun ondernemerschap met een businessplan. We waren onder de indruk van Michel en zijn team! Hij heeft plannen om het aantal ‘incubatoren’ verder te ontwikkelen in Congo. Heel belangrijk.

Na het tweedaagse congres was er een namiddag speciaal voor jongeren, studenten geneeskunde, verpleegkunde en farmacie, over ethische aspecten van de medische praktijkvoering. De jongeren waren erg geïnteresseerd. Ze vergasten ons ook op sketches en traditionele dansen: tof!

De volharding van de professionelen op het congres was treffend. Ze engageren zich ten volle voor de gemeenschap. Niet vanzelfsprekend want ze worden regelmatig geconfronteerd met frustrerende obstakels zoals goed medisch materiaal dat om technische redenen toch niet kan worden gebruikt.

Voor de lokale gemeenschap is weten dat ze wereldwijd verbonden zijn met anderen die dezelfde waarden voor een kwaliteitsvolle, toegankelijke en humane zorg voor elke persoon betrachten, en dit voor elk aspect van het samenleven in praktijk brengen, een belangrijke steun. Geografisch bevinden we ons ver van elkaar, maar stimulerende ontmoetingen zoals deze staan voor samen verder werken aan ‘Ubuntu’!

Lieve en Koen Vanreusel en Marc en Reinhilde Eneman

 

Lees ook