40ste editie van de vlooienmarkt

 

Rommel die geen rommel meer is.

In het verlangen naar een ‘deugddoende’ maatschappij voor ieder was Chiara Lubich overtuigd dat de persoonlijke bijdrage van ieder – naar elk talent – voldoende zou zijn opdat allen goed zouden kunnen leven. Talenten goed benutten en ze voor het gemeen goed inzetten, doet ze tegelijk vermeerderen… en werkt aanstekelijk.

Dat moeten May en Jan wel geloofd hebben toen ze vonden dat ze wel ‘een rommelmarkt’ konden organiseren. Als bijdrage voor de gemeenschap. Vergaren, ophalen, bij houden en schoon maken wat anderen niet meer kunnen gebruiken. Hun ‘werkuren’ zijn ontelbaar.

Vrijdagavond waren ze – met een hechte equipe van medewerkers – in het Centrum “Eenheid” aan hun veertigste editie toe. Ik kon het dit keer mee maken en vond het mooi als een avond in theater!

Bij de inkom vond ik Cris, die deze eenzame taak verwelkomend op zich neemt. Ook enkele trekpoppen: de hal staat bomvol.

In de zaal is het stil. Behalve Johan die roept :”10 Euro, 9, 8, 7, 6, 5, 6, 7,8,9,10, 12, 35, 35… eerste keer, tweede keer, hebben jullie allen goed nagedacht? Is iedereen akkoord dat deze prachtige vaas voor 35 Euro naar tafel 7 gaat?”  Hij wordt bijgestaan door Fred en Koen die van achter in de zaal met hem de bieders in het vizier houden. Twee anderen staan klaar om de vaas naar de tafel te dragen, het geld in ontvangst te nemen. In de hoek zit Roel die de afgesproken bedragen op computer vastlegt, en naast hem Jean-François en Nada, de ontvangers. Reeds prijst Irene vooraan met charme een koperen medaille aan. Voor grotere stukken wordt ze bijgestaan door Filip, die kastjes opent of schilderijen omhoog heft.

Rechts vooraan verkoopt Rina consumptiebonnetjes; Filip, Christophe, Christiane en andere gelegenheidsobers bezorgen warme soep of hotdogs, een biertje of koffie. Daarvoor draait in de bar en de keuken een andere vriendelijke equipe.

Het gaat vlot: Jan en Jan hebben die loten zoveel keer in hun handen gehad en brengen ze volgens de lijst naar voor. De ‘rommel’ is al lang geen rommel meer, maar objecten die met zorg zijn voorbereid op een nieuwe bestemming: een bijgevoegde nota van de schilder; een certificaat van echtheid; mooigeordende koekjestrommels in een grote doos…

Tijd voor pause…. de kopers keuren het gekochte; sleuren hun kaders en dozen de auto in. Johan, de roeper schrapt zijn keel; de lopers verorberen vlug een broodje en bespreken kort het tweede deel van de set.

Daar gaan we weer: nummers, bedragen, dozen, nadenken en wagen…. Sommige kopers krijgen een applaus voor hun goed zet…Tot alles uit de hal verhuisd is naar andere eigenaars….

Velen lijken tevreden. Volgende keer is op 10 maart zegt Johan… Ik kijk naar Jan: slechts een korte rust dus voor hem. Hij gaat dus de winter moeten door brengen met het verzamelen van nieuwe ‘rommel’…. Zo een organisatie is geen werk van één avond. Ik sta eigenlijk paf van zo een perfect georganiseerde ‘happening’. Alles is vrijwillligerswerk, een celletje ‘nieuwe mensheid’.

Ik sta in de hal: een koppel groet me alsof we elkaar al jaren kennen. ‘Dank voor de fijne avond’. Ik heb geen verdienste, maar in naam van al die werkers zeg ik ‘Jullie ook. Jullie hebben een pronkstuk van de avond veroverd’. Ze tonen met trots het boek met gouden randen en sluitstuk. ‘Ja, mijn vrouw zei bij 300 Euro: stop! Maar ik ging door: ik wist dat ze het zo graag wou. Het is voor haar.’ We kijken er samen in. ‘We zijn echt heel content. We komen volgende keer weer. Tot dan.’

De opbrengst is voor de vzw ‘Fazenda da Esperança’ en ter ondersteuning van de activiteiten van de Focolarebeweging. Ze gaat trouwens altijd volledig naar goede doelen.

Dezelfde werkers zijn ondertussen overal aan het opruimen. Glazen afwassen, tafels versleuren… Sommigen zijn echt moe. ‘Doe maar vlug voort: nu komen we gezellig samen. Daar in de kring: dat is een heerlijk moment’.

Ik bekijk deze gemeenschap. Ze ontroeren me. Ik hoop dat ieder in zijn buurt zo een May en Jan hebben die steeds opnieuw zich inzetten en dat ieder zo een plaats heeft waar hij zijn talenten – met anderen – tot bloei kan laten komen.

Anny Hesius

Lees ook