“Monsieur, la pêche?” in Nieuwe Stad 2019 n° 4

 

Sinds zeven jaar werk ik als leerkracht in een school in Brussel. Ik geef er godsdienst en humane wetenschappen. Op mijn eerste lesdag in een vijfde jaar beroeps vraagt ​​een student me na mijn korte inleiding: “Denkt u nu echt dat uw les ons interesseert?” Tot zover het ‘warme welkom’. Niet bepaald bemoedigend, ook al blijft een dergelijke episode een uitzondering. Sindsdien besef ik dat, naast de kwaliteit van mijn voorbereiding, het succes van een les vooral afhangt van de kwaliteit van de relatie die ik elke dag opbouw met mijn leerlingen.

Digital StillCamera

Jan is 19 jaar en ik ken hem sinds zijn vijfde jaar beroepsonderwijs. Hij ziet eruit als een rockster en heeft lange krullen. Vanaf onze eerste ontmoeting drie jaar geleden schudt hij aan het begin van elke les mijn hand en vraagt met een grote glimlach: “Monsieur, la pêche?” Wat zoveel betekent als: alles goed met u? Ik besluit het spel mee te spelen en aan het begin van elke les beantwoord ik zijn vraag. Geleidelijk aan worden vraag en antwoord een beetje routine. Jan werkt serieus en hij is heel betrokken bij de lessen. Beetje bij beetje ontdek ik iets meer over zijn leven. Hij blijkt niet alleen een grapjas te zijn, maar ook een zeer gevoelige jongen. Hij vertelt ​​dat zijn ouders gescheiden zijn, dat hij bij zijn moeder woont en dat zijn relatie met zijn vader en broers niet gemakkelijk is. Hij klaagt echter niet en is nooit negatief.

Twee jaar geleden was ik niet langer zijn godsdienstleraar, maar we bleven een goed contact behouden. Op een dag ontmoet ik hem op de trap. Ik probeer hem voor te zijn en zeg: “Ah Jan, la pêche?” Tot mijn verbazing antwoordt hij: “nee”. Hij vertelt me dat hij twee weken niet naar school was gekomen omdat zijn moeder was geëuthanaseerd vanwege een tumor. Overrompeld door pijn en verdriet wilde hij alles laten vallen, school inclusief. Maar diezelfde dag waarop ik hem ontmoette op de trap, lag hij op zijn bed en vroeg hij zich af waar hij eigenlijk mee bezig was. Hij besloot terug naar school te gaan om zijn schooljaar niet in gevaar te brengen. Ik was heel erg geraakt door zijn woorden en vertelde hem dat ik zijn wilskracht en zijn moed bewonderde en dat ik er zeker van was dat zijn mama heel trots was op hem. Terwijl de tranen over zijn gezicht liepen, bedankte hij me en ik verzekerde hem dat hij op mij en de andere leraren kon rekenen.

Vorig jaar zat Jan opnieuw bij mij in de klas, voor zijn zevende en laatste jaar op onze school. Zijn gezinssituatie is er niet op verbeterd. Hij woont nu bij zijn broers, maar ze kunnen niet met elkaar overweg. Elk leidt zijn eigen leven zonder veel interesse voor de ander. Ze leven onder hetzelfde dak, maar ze eten niet eens samen. Op een dag vraagt hij me of dat nu een gezin is of niet. Ondertussen loopt het schooljaar snel op zijn einde. Zijn handdruk gaat altijd gepaard met de vraag: “La pêche?”

De dag van de proclamatie is aangebroken. Terwijl hij me begroet, bedankt hij me voor mijn lessen en vraagt: “Heeft u mijn evaluatie gelezen?” Enkele dagen voordien had hij me inderdaad een blaadje gegeven met enkele indrukken van mijn cursus, waaronder deze passage: “Het is met u dat we de echte kans hebben om ons te ontplooien, te debatteren en te delen, met een groot respect voor elkaar”. Hij voegt eraan toe dat hij graag contact met me wilt houden. En ik zeg hem dat ik dat ook heel fijn zou vinden.

Natuurlijk is het belangrijk om zo goed mogelijk te proberen les te geven. Maar het is even belangrijk om naar jongeren te luisteren, oprecht geïnteresseerd te zijn in hen en hen te waarderen door een positieve en altijd nieuwe kijk op elk van hen te hebben. Alleen als je met elk van hen ‘één probeert te zijn’, zoals Chiara Lubich zei, door hun vreugde en hun lijden te delen, kunnen we in hun wereld binnentreden, in hun verhalen, en zij bijgevolg in de onze en zo ontstaat een oprechte vertrouwensrelatie, de enige manier om samen de handen uit de mouwen te steken en vooruit te gaan.

Valerio Aversano

Lees ook