De eerste sneeuw lag er. Ik was onze stoep sneeuwvrij aan het maken. Links en rechts nam ik heel wat sneeuw weg bij onze beide buren. Ik veegde de goot vrij zodat het smeltwater zou kunnen wegstromen. De buurvrouw, rechtover ons, die heel ziek is, riep me van de overkant en ze stak haar aftrekker de hoogte in. Ik riep, “ik kom straks”. Daarna ben ik naar de overkant van de straat geweest, om voor die buur de stoep sneeuwvrij te maken. Toen veegde ik ook aan beide kanten: er woont iemand die op dat moment in de kliniek lag, en de andere buur is ver in de 80. Bij iedere veeg om de sneeuw weg te doen, zei ik “Jezus, voor jou”. Toen ik gedaan had, heb ik de buren door de venster gegroet. Toen ik bij ons terug binnen kwam heb ik zo’n oneindige vreugde gevoeld.

Anna