Woord van Leven – juli 2021

 
"Wees gerust, uw geloof heeft u gered" (Mt 9, 22).

Jezus is onderweg en Hij wordt omringd door een menigte mensen. Een wanhopige vader smeekt hem om zijn stervende dochtertje te hulp te komen. Terwijl Jezus zich op weg begeeft, vindt er een andere ontmoeting plaats: onder de mensen bevindt zich een vrouw die al jarenlang lijdt aan bloedverlies. Het is een lichamelijke aandoening met ernstige gevolgen; het beperkt haar familiale en sociale relaties. De vrouw roept Jezus niet, ze zegt niets, maar ze komt achter Hem staan en waagt het de zoom van zijn kleed aan te raken. Ze heeft een heel duidelijk idee: “Als ik zijn mantel maar aanraak, zal ik genezen worden van dit lijden dat mij kwelt.”

Maar Jezus draait zich om, kijkt haar aan en stelt haar gerust: haar geloof heeft haar redding gebracht. Niet alleen lichamelijke gezondheid, maar de ontmoeting met de liefde van God, door de blik van Jezus.

“Wees gerust, uw geloof heeft u gered”

Deze episode uit het Matteüs-evangelie opent ook voor ons een onverwacht perspectief: God is altijd naar ons op weg. Maar Hij wacht ook op ons initiatief, om de ontmoeting met Hem niet te missen.

Onze geloofsweg, hoewel hobbelig en gekenmerkt door fouten, kwetsbaarheid en teleurstellingen, heeft een grote waarde. Hij is de Heer van het ware Leven. Hij wil dat Leven uitstorten over ons allen die zijn zonen en dochters zijn. In zijn ogen hebben wij een waardigheid die niets ons kan ontnemen. Vandaag zegt Jezus ook tegen ons:

“Wees gerust, uw geloof heeft u gered”

Om dit Woord te beleven kan ons helpen wat Chiara Lubich schreef, toen ze mediteerde bij deze passage uit het Evangelie: “In het geloof geeft de mens er blijk van dat hij niet rekent op zichzelf, maar zich toevertrouwt aan Hem die sterker is. […]

Jezus noemt de genezen vrouw ‘dochter’, om haar te tonen wat Hij haar werkelijk wil geven: niet alleen een geschenk voor haar lichaam, maar het goddelijk leven, dat haar helemaal kan vernieuwen. Jezus doet zijn wonderen om ervoor te zorgen dat de gaven die Hij brengt worden aanvaard: redding, vergeving, de gave van de Vader. En die gave is Hijzelf. Wanneer Hij zich kan geven, vormt Hij de mens om. […]

Hoe kunnen we dit Woord van Leven dan beleven? Door in moeilijke omstandigheden heel ons vertrouwen te stellen op God. Dit ontslaat ons zeker niet van onze eigen verantwoordelijkheid, en bevrijdt ons niet van de taak ons eigen deel te doen. […] Bovendien kan ons geloof op de proef worden gesteld. Dat zien we juist in deze zieke vrouw, die zich niet laat weerhouden door heel die menigte die tussen haar en de Meester staat. […]

We moeten dus geloof hebben, maar een geloof dat niet twijfelt op het moment van de beproeving. En we moeten Jezus laten zien dat we het enorme geschenk hebben begrepen dat Hij ons heeft gebracht, de gave van het goddelijk leven. Hem dankbaar zijn. En ernaar handelen.”[1]

“Wees gerust, uw geloof heeft u gered”

Deze zekerheid stelt ons in staat ook zelf redding te brengen, door met liefdevolle aandacht en tederheid mensen ‘aan te raken’ die op hun beurt lijden, in nood, in duisternis zijn en verlorenheid ervaren.

Zo was dat ook voor een moeder uit Venezuela, die de moed vond om te vergeven:

“Op een moment dat ik wanhopig op zoek was naar hulp, nam ik deel aan een bijeenkomst over het Evangelie, waar de volgende woorden van Jezus besproken werden: ‘Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden’ (vgl. Mt 5, 9). En: ‘Bemin je vijanden’ (Lc 6, 35).

Hoe kon ik de mensen vergeven die mijn zoon hadden vermoord? Maar diep in mij was er een zaadje binnengedrongen, en uiteindelijk won de beslissing om te vergeven. Nu kan ik mezelf echt ‘kind van God’ noemen.

Onlangs werd ik opgeroepen voor een confrontatie met de moordenaar van mijn zoon. Ze hadden hem gevangen genomen. Dat was moeilijk, maar de genade deed haar werk. In mijn hart was geen haat of verlangen naar wraak, maar alleen een groot medelijden en de intentie om die persoon toe te vertrouwen aan Gods barmhartigheid.”

Letizia Magri en de Commissie Woord van Leven

[1] Chiara Lubich, Woord van leven van juli 1997.

Lees ook