Woord van Leven – september 2021

 
“Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar” (Markus 9,35)

Op weg met Jezus naar Kafarnaüm hebben de leerlingen onder elkaar een felle discussie. Maar wanneer Jezus vraagt wat ze met elkaar bespreken, durven ze niet antwoorden, misschien omdat zij zich een beetje schamen. Ze waren namelijk bezig om te achterhalen wie van hen de grootste was.

Jezus had al enkele keren gesproken over zijn mysterievolle afspraak met het lijden. Maar voor Petrus en de anderen was dat te moeilijk om te begrijpen en te aanvaarden. In feite zullen zij pas na de ervaring van zijn dood en verrijzenis ontdekken wie Jezus werkelijk is: de Zoon van God die zijn leven geeft uit liefde.

Om hen te helpen werkelijk zijn leerlingen te zijn, gaat Jezus zitten, roept hen bij zich en openbaart hen de ware aard van het “evangelisch primaatschap”- wie komt volgens het Evangelie op de eerste plaats?

“Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar”

Ondanks de kwetsbaarheid en angst van de leerlingen, heeft Jezus vertrouwen in hen en roept hen op om Hem te volgen en in zijn zending te delen: alle mensen dienen. Hier kunnen we denken aan de aansporing van de apostel Paulus aan de christenen van Filippi: “Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan. Maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.”[1]

Dienen, niet als een slaaf die gedwongen wordt om te werken, maar als een vrije persoon die edelmoedig zijn talenten en zijn krachten schenkt, die iets onderneemt ten gunste niet zozeer van een groep of een deel, maar van allen die zijn hulp nodig hebben, zonder uitzondering en zonder vooroordeel.

Het is ook een oproep aan ons vandaag, om een open geest en hart te hebben, de noden van anderen te herkennen en er zorg voor te dragen, om actief authentieke menselijke relaties op te bouwen, om onze talenten in te zetten voor het algemeen welzijn, elke dag opnieuw te beginnen, ondanks onze mislukkingen. Het is een uitnodiging om zelf de laatste plaats in te nemen en iedereen in de richting te duwen van de enige mogelijke toekomst: de universele broederlijkheid.

“Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar”

Chiara Lubich, die dit woord van Jezus van commentaar voorzag, stelde voor hoe we het concreet kunnen beleven: “Door net als Jezus de laatste plaats te kiezen in de ontelbare gelegenheden die ons door het leven van alledag worden geboden. Is aan ons een belangrijke taak toevertrouwd? Laten we dan niet denken dat wij ‘iemand’ zijn; geen ruimte laten aan hoogmoed en eigendunk. Laten we niet vergeten dat het belangrijkste is onze medemens lief te hebben. Laten we van de huidige situatie gebruik maken om onze medemens beter te dienen, zonder de zogenaamde kleine dingen te verwaarlozen, de persoonlijke contacten, de nederige dagelijkse plichten, de hulp aan onze ouders, de vrede en harmonie in ons gezin, de opvoeding van de kinderen… Ja, hoe de dingen ook lopen, laten we niet vergeten dat christendom betekent lief te hebben en bij voorkeur de geringsten. Als we zo leven, zal ons bestaan een voortdurend meebouwen zijn aan het Rijk van God op aarde. Hieraan heeft Jezus de belofte verbonden van ‘al het andere als toemaat en extra’: gezondheid, goederen, overvloed van alles… om uit te delen aan anderen en zo tot verlengstuk te worden van Gods Voorzienigheid voor velen.”[2]

“Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar”

De bescherming van het gemeenschappelijke huis (de natuur, de schepping) is een bijzonder actuele dienst aan het gemeenschappelijk welzijn, die wij met zoveel mensen in de wereld kunnen delen. Al jaren is dit een sterk thema voor een gemeenschappelijk christelijk getuigenis. Wij herinneren er in het bijzonder aan dat ook dit jaar voor een toenemend aantal kerken de maand september wordt geopend met de viering van de ‘Dag van de Schepping’, die voortgezet wordt tot 4 oktober met de ‘scheppingsperiode’.

De gemeenschap van Taizè heeft bij één van deze gelegenheden het volgende gebed voorgesteld: “God van liefde, terwijl wij in Uw aanwezigheid vertoeven, help ons om de oneindige schoonheid te bevatten van wat U hebt geschapen, van alles wat komt van U, van uw onuitputtelijk mededogen. Vergroot onze zorg voor anderen en voor de hele schepping. Leer ons de waarde van alles te ontdekken en maak ons dragers van vrede in de mensenfamilie.”[3]

Letizia Magri en de Commissie Woord van Leven

[1] Fil 2, 3-5.

[2] Chiara Lubich, Woord van leven van september 1985.

[3] Vgl. https://www.taize.fr/nl.

Lees ook