Woord van Leven – Juli 2019

 
“Om niet hebben jullie ontvangen,om niet moeten jullie geven!” (Mt 10,8)

 

             

Om niet hebben jullie ontvangen,om niet moeten jullie geven!” (Mt 10,8)

In het evangelie van Matteüs richt Jezus deze duidelijke uitnodiging aan zijn leerlingen, als Hij hen op weg zendt. Het woord ‘apostel’ betekent ‘op weg gezonden zijn’.

Zelf heeft Jezus vele mensen ontmoet die op de dool waren en lijden meemaakten, en Hij heeft medelijden met hen gehad. Daarom probeert Hij via zijn apostelen zijn werk van redding, genezing en bevrijding voort te zetten en te vermenigvuldigen. Zij hebben Jezus gevolgd, hebben naar zijn woorden geluisterd en hebben een zending gekregen, een doel voor hun eigen leven. Ze zijn op weg gegaan, om te getuigen van de liefde van God voor iedere persoon.

“Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!”

Maar wat hebben ze ‘om niet’ of gratis ontvangen dat ze moeten doorgeven?

Door de woorden, de gebaren en de keuzes van Jezus en door heel zijn leven hebben de apostelen de barmhartigheid van God ervaren. Ondanks hun zwakheden en hun beperkingen hebben ze de nieuwe Wet van de liefde en de openheid voor elkaar ontvangen.En vooral hebben ze de gave ontvangen die God aan alle mensen wil geven: zichzelf, zijn gezelschap op de wegen van het leven, zijn licht voor hun keuzes. Het zijn onbetaalbare gaven, je kunt ze niet vergoeden. Ze zijn gratis, ‘om niet’, gegeven.

Ze zijn gegeven aan de apostelen en aan alle christenen, zodat zij op hun beurt een kanaal kunnen zijn van deze gaven voor alle mensen die zij dag voor dag ontmoeten.

“Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!”

In oktober 2006 schreef Chiara Lubich hierover het volgende:“Op een groot aantal plaatsen in het evangelie nodigt Jezus ons uit om te geven: aan de armen, aan wie iets vraagt, aan wie een lening wil hebben; aan wie honger heeft. Hij nodigt ons uit het bovenkleed te geven aan wie het onderkleed vraagt. Hij zegt dat we moeten geven zonder eigenbelang… Hij was zelf de eerste om te geven: gezondheid aan zieken, vergeving aan zondaars, zijn leven aan ons allemaal.

Tegenover het instinct om te pakken wat je kunt, stelt Hij edelmoedigheid; tegenover het alleen maar gericht zijn op eigen behoeften stelt Hij aandacht voor de ander; tegenover de cultuur van het bezitten stelt Hij die van het geven. Het Woord van leven van deze maand kan ons helpen om de diepere waarde van al ons handelen te herontdekken. Dat gaat over ons werk in huis, op het land of in de fabriek, over onze taken op kantoor en huiswerk voor school, en evengoed over verantwoordelijkheden in politiek, kerk en maatschappij. Al onze taken kunnen we maken tot een attente en zorgzame dienst.

De liefde zal ons nieuwe ogen geven om te zien wat anderen nodig hebben en om hen tegemoet te treden met edelmoedigheid en creativiteit.

De vruchten hiervan? Gaven gaan circuleren tussen mensen, want liefde roept liefde op. De vreugde wordt verdubbeld, want ‘geven maakt gelukkiger dan ontvangen’ (Hnd 20, 35).”[1]

 “Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!”

De logica van Jezus en van het evangelie betekent altijd: ontvangen om samen te delen, en nooit om voor jezelf te bewaren. Dat is een uitnodiging aan ons allemaal om te erkennen wat we hebben ontvangen: energie, talenten, mogelijkheden, materiële zaken, en ze ten dienste te stellen van anderen.

Volgens econoom Luigino Bruni is “gratuïteit een dimensie die iedere handeling kan vergezellen. Daarom is gratuïteit niet ‘gratis’, maar juist het tegendeel, omdat gratuïteit niet een prijs is gelijk aan nul; gratuïteit heeft een oneindige prijs, een oneindige waarde, waarmee alleen een andere daad van gratuïteit kan overeenkomen”.[2]

Gratuïteit overstijgt dus de logica van de markt, van het consumptie-denken en het individualisme en is een opening naar samen delen, naar gemeenschap­pelijkheid, naar broederschap, naar de nieuwe cultuur van het geven.

De ervaring bevestigt dat belangeloze liefde een echte provocatie is, met positieve, onverwachte gevolgen, die zich als een olievlek verspreiden in de maatschappij.

Dat is gebeurd op de Filippijnen door een initiatief dat begon in 1983.

De politieke en sociale situatie was daar toen bijzonder moeilijk en velen zochten naar een positieve oplossing. Ook een groepje jongeren besloot zijn steentje bij te dragen en wel op een originele manier. Ze openden hun eigen kasten en haalden daaruit wat ze niet meer nodig hadden. Ze verkochten alles op een markt voor tweedehands spullen, en met het kleine kapitaaltje dat ze daaraan overhielden begonnen ze vanuit het niets een sociaal centrum. Ze noemden het Bukas Palad. In de lokale taal betekent dit: “Met open handen”. Want de zin uit het evangelie die hen had geïnspireerd luidde: “Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!” Dat werd dus het motto van hun initiatief.

Bij dit initiatief sloten zich enkele artsen aan, die belangeloos en gratis hun eigen professionele bijdrage gaven. En vele anderen openden hun hart, hun armen en de deuren van hun huizen.

Zo ontwikkelde zich een brede sociale actie ten gunste van de allerarmsten die ook vandaag in verschillende steden van de Filippijnen diensten aanbiedt. Maar het belangrijkste doel dat in deze jaren werd bereikt en versterkt, was dat degenen voor wie dit project was bedoeld zelf de hoofdrolspelers zijn geworden van hun eigen redding.

Zij vinden daar hun waardigheid als personen en bouwen aan relaties van respect en solidariteit. Met hun voorbeeld en inzet begeleiden zij vele anderen in het achter zich laten van de armoede en met de opbouw van een nieuw leven voor henzelf en hun families, voor hun wijken en hun gemeenschappen, en uiteindelijk voor de wereld.[3]

 

Letizia Magri en de Commissie Woord van Leven

 

 

[1] Chiara Lubich, Woord van Leven, oktober 2006.

[2] Vgl. http://www.edc-online.org/it/pubblicazioni/articoli-di/luigino-bruni.

[3] Zie: http://bukaspaladfoundation.org.