Woord van Leven – augustus 2021

 

 “Wie zichzelf gering acht zoals dit kind is de grootste in het rijk der hemelen.” (Matteüs 18, 4)

Wie is de grootste, de machtigste, wie wint er: in de maatschappij, in de Kerk, in de politiek, in de economie?

Het is een vraag die vele relaties kleurt, keuzes stuurt, strategieën bepaalt. Het is de dominante logica waartoe wij onze toevlucht nemen, zelfs onbedoeld, misschien met het verlangen om positieve en doeltreffende resultaten te behalen voor de mensen om ons heen.

Het evangelie van Matteüs toont ons de leerlingen van Jezus die, nadat ze de aankondiging van het koninkrijk der hemelen hebben aangenomen, willen weten wat de vereisten zijn om hoofdrolspelers te worden in het nieuwe volk van God: ‘Wie is de grootste?”

Als antwoord stelt Jezus een van zijn onvoorspelbare gebaren: hij plaatst een kind in het midden van de kleine groep. En hij begeleidt dit gebaar met ondubbelzinnige woorden:

“Wie zichzelf gering acht zoals dit kind is de grootste in het rijk der hemelen.”

Tegenover de mentaliteit van competitie en zelfgenoegzaamheid stelt Jezus het zwakste element van de samenleving: het kind dat geen rol heeft waarop het prat kan gaan of dat het moet verdedigen, het kind dat helemaal afhankelijk is en spontaan vertrouwt op de hulp van anderen. De bedoeling is niet om een passieve rol op te nemen en af te zien van een pro-actieve en verantwoordelijke rol. De bedoeling is een wilsdaad te stellen, een daad van vrijheid. Jezus vraagt eigenlijk dat wij ons klein maken, vraagt de intentie en de inzet om het stuur op een beslissende wijze om te gooien.

Chiara Lubich heeft de kenmerken van het evangelische kind uitgediept:

“Een kind geeft zich vol vertrouwen over aan zijn vader en moeder: het gelooft in hun liefde. De authentieke christen gelooft, zoals een kind, in de liefde van God, werpt zich in de armen van de hemelse Vader, stelt onbegrensd vertrouwen in Hem.

Kinderen zijn in alles afhankelijk van hun ouders. Ook wij, ‘evangelische kinderen’, zijn in alles afhankelijk van de Vader: Hij weet wat wij nodig hebben, zelfs voordat wij het Hem vragen, en Hij geeft het ons. Het koninkrijk van God zelf wordt niet veroverd, het wordt ontvangen als een geschenk uit de handen van de Vader.”

Chiara benadrukt nogmaals hoe het kind zich volledig aan zijn vader toevertrouwt en alles van hem leert. Op dezelfde manier vertelt ze: “Het ‘evangelisch kind’ zet alles in op Gods barmhartigheid en begint, gisteren vergetend, elke dag een nieuw leven, beschikbaar voor de suggesties van de Geest, altijd creatief. Een kind kan niet in zijn eentje leren praten, het heeft iemand nodig die het hem leert. De leerling van Jezus leert alles van het Woord van God tot hij kan spreken en leven volgens het Evangelie.”

Een kind neigt ertoe zijn eigen vader te imiteren. “Daarom houdt het ‘evangelisch kind’ van iedereen, omdat de Vader “de zon laat opgaan over slechten en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.” Het ‘evangelisch kind’ heeft als eerste lief, omdat God ons liefhad toen wij nog zondaars waren; hij heeft gratis lief, zonder eigenbelang, omdat de hemelse Vader dat doet.”[1]

“Wie zichzelf gering acht zoals dit kind is de grootste in het rijk der hemelen.”

In Colombia hebben Vicente en zijn gezin de beproeving van de pandemie meegemaakt, met een zeer strenge quarantaine. Hij schrijft: “Toen de avondklok begon, veranderde het dagelijks leven abrupt. Mijn vrouw en twee oudere kinderen moesten zich voorbereiden op universiteitsexamens. De jongste kon niet wennen aan de virtuele lessen. Niemand in huis had tijd om voor de ander te zorgen.

Bij de aanblik van deze chaos en op het punt te ontploffen, besefte ik dat het een kans was om de kunst van het liefhebben te belichamen in ons ‘nieuwe leven’ van het doorleefde evangelie. Ik begon de keuken op te ruimen, maakte het eten klaar en regelde de maaltijden. Ik ben geen ervaren kok, noch een held in schoonmaken, maar ik realiseerde me dat dit zou helpen de dagelijkse spanningen te verminderen. Wat begon als een daad van liefde voor één dag, werd vermenigvuldigd over meerdere maanden.

Toen zij hun studie achter de rug hadden, zijn ook de andere leden van de familie begonnen met schoonmaken, zorgen voor de was of het huis opruimen. Samen hebben we gezien dat de woorden van het Evangelie waar zijn en dat creatieve liefde je leert hoe je alles in orde brengt.”

Letizia Magri en de Commissie Woord van Leven

[1] Chiara Lubich, Woord van Leven, oktober 2003.