Laten we de balans opmaken van de broederlijkheid

 

Roberto Catalano van het Centrum voor de interreligieuze dialoog van de Focolarebeweging (Rome) beschrijft de context en het historische en geopolitieke parcours dat geleid heeft tot het Document over de Broederlijkheid voor de wereldvrede en voor het samenleven, een document dat Paus Franciscus en de Groot-Imam van al-Azhar, Ahamad al-Tayeb op 4 februari laatstleden in Abu Dhabi samen ondertekenden.

Is de universele broederlijkheid nog een prioriteit voor de mensheid? Welke waarde heeft ze nog in deze tijd die gedomineerd wordt door digitalisering, waar de grenzen voor het individu en de gemeenschap zich steeds meer aftekenen, waar het economisch protectionisme opnieuw opduikt en zo verder? De verklaring van Abu Dhabi, ondertekend door Paus Franciscus en de Groot-Imam van al-Azhar, brengt de broederlijkheid terug in de aandacht op het geopolitieke schaakbord en in de media: de heldere en concrete verwoording van dit document stelt de broederlijkheid voor als een doel voor de gehele menselijke familie en niet enkel voor het christendom en de islam. Roberto Catalano legt ons de context en het parcours uit van deze fundamentele stap in de dialoog voor de wereldvrede.

Wat is de waarde van de verklaring ondertekend door Paus Franciscus en de Groot-Imam al-Tayeb in Abu Dhabi op 4 februari laatstleden?

Het Document over de Broederlijkheid is een mijlpaal en bevat een tekst die een voorbeeld blijft waarnaar kan worden verwezen. Het is onmogelijk om er niet een zeer vernieuwende waarde in te erkennen. Eens te meer worden we geconfronteerd met een “wereldpremière” van Paus Bergoglio. Nooit eerder in de geschiedenis van de Kerk was het voorgekomen dat een paus een gemeenschappelijk document ondertekende met de leider van een andere godsdienst. De handtekening is er gekomen in een duidelijke context, gekenmerkt door omhelzingen, gesprekken, wandelingen hand in hand van de leiders van de Katholieke Kerk en van al-Azhar. De gemeenschappelijke tekst is niet enkel bestemd voor religieuze medewerkers en leiders, maar voor alle gelovigen en alle mensen van de wereld.

De Arabische emiraten vormen een dwarsdoorsnede van deze geglobaliseerde wereld: het Arabisch schiereiland is het hart van de islam, maar kent ook een groeiende aanwezigheid van arbeidskrachten uit andere landen en culturen.

Abu Dhabi, hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten en plaats van de ondertekening van het document, is de verste uitloper van het Arabisch schiereiland. Al deze staten hebben een belangrijke betekenis zowel op het vlak van de economie als op het vlak van de wereldpolitiek. In enkele decennia tijd heeft het bezit van petroleum een duizelingwekkende vooruitgang mogelijk gemaakt, mede dankzij de arbeidskrachten uit landen als de Filippijnen, India, Pakistan en Bangladesh.

Het Arabische schiereiland is het hart van de islam, maar het laat ook de verscheidenheid van de islam zien. Het Saoedisch Koninkrijk is dominant, het is het toonbeeld van de soenitische islam die zich identificeert met het wahabisme en dat ook het salafisme op internationaal niveau ondersteunt.

In het licht van dit alles zijn we getuige van het nieuwe fenomeen van de christelijke gemeenschap. Terwijl de traditionele en apostolische christelijke kerken in het Midden-Oosten dramatische momenten doormaken die de christenen vaak dwingen te vluchten, wordt het gebied van de Emiraten bevolkt door een nieuw christendom, een echte dwarsdoorsnede van het huidige christendom. De meerderheid van de katholieken zijn Filippino’s en indianen, maar er komen er ook uit het Midden-Oosten. Wij bevinden ons in de periode van de globalisering en de Kerk in de Emiraten is een van de meest karakteristieke uitingen daarvan.

Ook tijdens de recente reis van Paus Franciscus naar Marokko werd de 800ste verjaardag van de ontmoeting tussen Franciscus van Assisi en Sultan Malik al-Kamil herdacht. Deze paus lijkt een soort van”pelgrimstocht voor de vrede” te hebben ondernomen.

Dat klopt. Abu Dhabi maakt ook deel uit van deze herdenking, als een teken van het verlangen om “een broer te zijn die de vrede zoekt met zijn broers”, om “instrumenten van vrede” te zijn.

De encycliek Nostra Aetate stelt dat ”door de eeuwen heen vele meningsverschillen en vijandschappen tussen christenen en moslims zijn ontstaan” en daarom spoorde het Concilie iedereen aan “om het verleden te vergeten en oprecht wederzijds begrip uit te oefenen en ook samen sociale rechtvaardigheid, morele waarden, vrede en vrijheid te verdedigen en te bevorderen voor alle mensen”.

In 2006 veroorzaakte een citaat van Paus Benedictus XVI in Regensburg een pijnlijk en complex conflict met de moslimwereld. Velen beschouwden de door Ratzinger geciteerde zin als een belediging tegen de Koran, ook al refereerde hij naar de relatie tussen geloof en rede en tussen religie en geweld. Er brak een stormachtige periode aan waarin de Universiteit van al-Azhar de contacten met het Vaticaan verbrak.

In de jaren die daarop volgden, werden de betrekkingen met veel diplomatiek geduld hersteld. Dit werd geïnspireerd door Evangelii Gaudium, waarin de interreligieuze dialoog werd gedefinieerd als een “plicht voor de christenen en voor de andere religieuze gemeenschappen” (EG 250) en het belang van de relatie tussen christenen en moslims werd bevestigd.

Uiteindelijk was Groot-Imam al-Tayeb in mei 2016 in het Vaticaan. Zijn warme commentaar was veelzeggend: “We hernemen de weg van de dialoog en we hopen dat het beter zal zijn dan voorheen“. Het antwoord op Franciscus’ gebaar van welkom liet niet lang op zich wachten. In 2017 verwelkomde de groot-Imam paus Franciscus in Caïro en nodigde hem uit voor een internationale conferentie voor de vrede. Bij die gelegenheid stelt de Paus, na krachtig te hebben bevestigd dat “alleen de vrede heilig is en dat er geen geweld kan worden gepleegd in naam van God, omdat het zijn naam zou ontheiligen“, drie oriëntaties voor die “de dialoog kunnen bevorderen: de plicht van identiteit, de moed van het anders-zijn en de oprechtheid van de bedoelingen“. Geleidelijk aan is er een diepgaand spiritueel begrip ontstaan tussen de twee religieuze leiders.

Lees ook