Juni 2024

 
“Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, ’s nachts en overdag, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet" (Marcus 4, 26-27)
Hier vind je verschillende digitale versies van het maandelijkse Woord van Leven (video voor iedereen, video voor kinderen,
 Het koninkrijk van God is het hart van de boodschap van Jezus. Het evangelie van Marcus wil dat goede nieuws brengen. Hier wordt het aangekondigd met een korte gelijkenis: het beeld van zaad dat, eenmaal in de aarde gezaaid, zijn levenskracht vrijgeeft en vrucht draagt.

Maar wat is het koninkrijk van God voor ons in deze tijd? Wat heeft het te maken met onze persoonlijke en collectieve geschiedenis, waarin we voortdurend zweven tussen verwachtingen en teleurstellingen? Als het al gezaaid is, waarom zien we dan niet de vruchten van dat koninkrijk: vrede, veiligheid en geluk?

“Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, ’s nachts en overdag, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet” (Marcus 4, 26-27)

 Deze woorden laten ons het volle vertrouwen zien dat Jezus heeft in Gods plan met de mensheid: “… Voor Jezus die naar de aarde is gekomen om de overwinning te behalen, is dit Koninkrijk al aanwezig in de wereld. De volkomen ontplooiing van dat koninkrijk is een zekerheid voor Hem en daarmee zal ook de geschiedenis tot zijn einddoel komen. De Kerk is de gemeenschap van hen die in dit Koninkrijk geloven. Zij is het begin ervan.”[1]

Aan allen die deze woorden ontvangen, vertrouwt de Kerk de taak toe om de grond klaar te maken voor het ontvangen van dit geschenk van God en de hoop op zijn liefde te bewaren.

“Eigenlijk is er geen menselijke inspanning, geen ascetische poging, geen studie of intellectueel onderzoek, dat je in het koninkrijk van God binnen voert. Het is God zelf die je tegemoetkomt, die zich openbaart met zijn licht of je aanraakt met zijn genade.

En er is geen verdienste waarop je je kunt beroepen of waarop je kunt vertrouwen om zo’n geschenk van God te claimen. Het koninkrijk wordt ons gratis aangeboden.”[2]

“Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, ’s nachts en overdag, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet”

Het zaad zaaien: houd het niet voor jezelf, maar zaai het met vrijgevigheid en vertrouwen.

” ’ s nachts en overdag”: het koninkrijk groeit in stilte, ook in het donker van onze nachten.

Elke dag kunnen we biddend vragen: “Uw rijk kome.”

Het zaad vereist geen voortdurende arbeid of controle van de kant van de boer, maar eerder het vermogen om geduldig te wachten, terwijl de natuur haar gang gaat.

Dit Woord van leven opent ons voor het vertrouwen in de kracht van de liefde, die op haar eigen tijd vrucht draagt. Het leert ons de kunst om geduldig te begeleiden wat vanzelf kan groeien, zonder druk om resultaten te behalen. Dat maakt ons vrij om anderen in het moment van nu te onthalen en hun mogelijkheden te zien en te waarderen met respect voor hun eigen tempo.

“Een maand voor zijn bruiloft belt onze zoon ons in paniek op om ons te vertellen dat zijn vriendin weer drugs is gaan gebruiken. Hij vraagt om raad over wat te doen. Het is niet eenvoudig daarop een antwoord te geven. We zouden van de situatie kunnen profiteren om hem te overtuigen er een punt achter te zetten. Maar dat lijkt ons niet de juiste weg. We stellen voor dat hij eens goed in zijn hart kijkt. Er volgt een lange stilte: “Ik denk dat ik wat meer moet liefhebben.” Nadat ze getrouwd zijn, kunnen ze een goed opvangcentrum vinden met externe, ambulante ondersteuning. 14 lange maanden gaan voorbij. Ze slaagt erin haar belofte na te komen om clean te zijn en geen drugs meer te gebruiken. Het is een lange weg voor iedereen. Maar de evangelische liefde die we zelf met z’n tweeën proberen te beleven, al is het met tranen, geeft ons de kracht om onze zoon in deze delicate situatie te blijven liefhebben. Een liefde die hem misschien helpt om te begrijpen hoe hij van zijn vrouw kan houden.”

Door Letizia Magri en het Woord van leven-team

[1] Chiara Lubich, Woord van leven van augustus 1983.
[2] Chiara Lubich, Woord van leven van oktober 1979.

Lees ook