Woord van Leven – mei 2022

 
“Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief.” (Joh 13:34)

Met dit woord bevinden we ons op het laatste avondmaal. Jezus zit met zijn leerlingen aan tafel. Hij heeft net hun voeten gewassen. Over enkele uren zal Hij worden gearresteerd, ter dood veroordeeld en gekruisigd. Wanneer de tijd kort is en het einde nadert, zeggen mensen de meest belangrijke dingen. Ze laten hun ‘testament’ na.

Het Evangelie van Johannes vertelt niet zoals de andere Evangelies wat Jezus zei over brood en wijn waarmee de Eucharistie is ontstaan. In de plaats daarvan is er de voetwassing. Juist in dit licht kan je het nieuwe gebod begrijpen. Jezus handelt eerst en daarna geeft Hij uitleg. Daarom hebben zijn woorden gezag.

Het gebod van de liefde voor de medemens bestond al in het Oude Testament: “Bemin uw naaste als uzelf” (Lev. 19:18). Jezus belicht daarvan een nieuw aspect: de wederzijdsheid. Het is de wederzijdse liefde die de gemeenschap van de leerlingen creëert. De wederzijdse liefde maakt het verschil.

Ze heeft haar wortels in het goddelijk leven zelf, in de dynamiek van de Drie-eenheid. En de mens krijgt dankzij Jezus, Gods Zoon, de mogelijkheid om daarin te delen.

Dat maakt Chiara Lubich duidelijk met een beeld: “Toen Jezus op aarde kwam vertrok Hij niet vanuit het niets, zoals ieder van ons, maar Hij vertrok vanuit de Hemel. Als een emigrant naar een ver land gaat, past hij zich aan de nieuwe omgeving aan, maar brengt ook zijn eigen gebruiken en gewoonten mee. En vaak blijft hij zijn eigen taal gebruiken. Op dezelfde manier heeft Jezus zich aangepast aan het leven van de mensen op aarde. Maar omdat Hij God was, bracht Hij de manier van leven mee van de Drie-eenheid. En dat is de liefde, de liefde die wederzijds is.” [1]

“Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief.”

Hier raken we aan de kern van Jezus’ boodschap. Je ervaart iets van de frisheid van de eerste christengemeenschappen. En dat kan ook vandaag nog het kenmerk zijn van al onze groepen en verenigingen. In een omgeving waar wederzijdsheid een levende werkelijkheid is, wordt het leven zinvol, krijg je de kracht om verder te gaan op moeilijke of pijnlijke momenten, voel je je gesteund in de onvermijdelijke problemen en proef je vreugde.

Er zijn heel wat uitdagingen waar we de dag van vandaag voor staan: de pandemie, polarisatie, armoede, oorlogen en vele conflicten. Wat zou het zijn als we erin zouden slagen dit Woord in praktijk te brengen in ons leven van iedere dag? We zouden een andere toekomst voor ons zien, onze ogen zouden opengaan voor het plan van God met de mensheid, en er zou hoop gloren. Maar wie belet ons om dit Leven in onszelf te laten opbloeien?  En om rondom ons broederlijke relaties aan te knopen die uiteindelijk de hele wereld kunnen omvatten?

“Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief.”

Marta is een jonge vrijwilligster die gevangenen helpt bij het voorbereiden van universitaire examens. “De eerste keer dat ik in de gevangenis kwam heb ik personen ontmoet die fragiel en angstig waren. Ik probeerde met hen een relatie op te bouwen, allereerst professioneel, maar ook in vriendschap, gebaseerd op respect en luisterbereidheid. Al gauw begreep ik dat niet alleen ik bezig was de gevangenen te helpen, maar dat ook zij mij steunden. Terwijl ik een keer een student aan het helpen was met een examen verloor ik iemand van mijn familie. Deze gevangene kreeg in diezelfde tijd de bevestiging van zijn definitieve veroordeling van de kant van het hof van beroep. Allebei waren we er slecht aan toe. Tijdens de lessen zag ik dat hij gebukt ging onder een groot lijden; bij mij kon hij alles kwijt. Het samen dragen van die pijn hielp ons om verder te gaan. Na het examen is hij mij komen bedanken. Hij zei dat hem dat zonder mij zeker niet was gelukt. Van de ene kant had ik iemand van mijn familie verloren, maar van de andere kant voelde ik dat ik een leven had gered. En ik begreep dat wederzijdsheid ons in staat stelt echte relaties te creëren, relaties in vriendschap en respect.”[2]

Letizia Magri en de Commissie Woord van Leven

[1] Chiara Lubich, Maria trasparenza di Dio, Città Nuova, Rome 2003, blz. 72-73.
[2] Vgl. http://www.unitedworldproject.org/workshop/unesperienza-al-di-la-delle-sbarre-relazioni-di-cura-reciproca/.