Woord van Leven – oktober 2021

 
“En wij weten dat voor wie God liefhebben, alles bijdraagt aan het goede.” (Romeinen 8, 28)

Het woord dat wij deze maand voor ogen hebben, komt uit de brief van de apostel Paulus aan de Romeinen. Het is een lange tekst, vol overwegingen en leringen. Paulus heeft deze tekst geschreven voordat hij naar Rome ging. Hij wilde op die manier zijn bezoek aan deze gemeenschap die hij nog niet persoonlijk kende, voorbereiden.

Hoofdstuk 8 legt vooral de nadruk op het nieuwe leven volgens de Geest en de belofte van het eeuwige leven dat individuen, volkeren en het hele universum te wachten staat.

“En wij weten dat voor wie God liefhebben, alles bijdraagt aan het goede.” (Romeinen 8, 28)

Elk woord van deze zin is rijk aan betekenis.

Paulus verkondigt dat wij als christenen in de eerste plaats Gods liefde hebben leren kennen en ons ervan bewust zijn dat elke menselijke ervaring deel uitmaakt van Gods grote heilsplan.

Alles – zegt Paulus – draagt bij tot de verwezenlijking van dit plan: lijden, vervolging, persoonlijk falen en zwakheden, maar bovenal de werking van Gods Geest in de harten van de mensen die hem verwelkomen.

De Geest verzamelt en brengt samen en maakt zich voortdurend de pijn en het gekreun van de mensheid en de schepping[1] eigen; dat is de garantie dat Gods plan zal worden verwezenlijkt.

Van onze kant moeten wij deze liefde actief beantwoorden met onze liefde, door ons in elke nood aan de Vader toe te vertrouwen. Door te getuigen van de hoop op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde[2] die Hij bereidt voor hen die op Hem vertrouwen.

“En wij weten dat voor wie God liefhebben, alles bijdraagt aan het goede.” (Romeinen 8, 28)

Hoe kunnen wij dan dit krachtige idee in ons persoonlijk, dagelijks leven vertalen?

Chiara Lubich suggereert ons: “In de eerste plaats mogen wij nooit stoppen bij het louter uiterlijke, materiële, profane aspect van de dingen. We mogen wel geloven dat God ons zijn liefde blijft schenken door alle gebeurtenissen heen. Wij zullen dan zien hoe het leven, dat ons kan voorkomen als een weefsel of stof waarvan wij slechts knopen en draden zien die verward in elkaar geweven zijn, in werkelijkheid iets anders is: het is het wonderlijke ontwerp dat Gods liefde weeft op de grondslag van ons geloof.

Ten tweede kunnen wij ons elk moment vol vertrouwen helemaal overgeven aan deze liefde, zowel in kleine als in grote dingen. Inderdaad, als wij ons in gewone omstandigheden aan Gods liefde weten toe te vertrouwen, zal Hij ons de kracht geven om ons ook op de moeilijke momenten aan Hem toe te vertrouwen, zoals een grote beproeving, een ziekte of het moment zelf van de dood.

Laten wij dus trachten zo te leven, niet uit eigenbelang, d.w.z. opdat God ons zijn plannen zou tonen en wij zo van Hem troost zouden verkrijgen. Neen, alleen uit liefde.  Dan zullen we zien hoe deze overgave in vertrouwen een bron van licht en oneindige vrede is voor ons en voor vele anderen[3].

Ons aan God toevertrouwen bij moeilijke keuzes, daarover gaat het verhaal van O. L. uit Guatemala: “Ik werkte als kokkin in een rust- en verzorgingstehuis. Als ik op een dag door de gang loop, hoor ik een oude vrouw om water vragen. Op het gevaar af tegen de regels in te gaan die mij verbieden de keuken te verlaten, geef ik haar vriendelijk een glas water. De ogen van de oude vrouw lichten op. Als het glas half leeg is, schudt ze mijn hand: “Blijf tien minuten bij me!” Ik leg uit dat ik dat niet mag doen en dat ik het risico loop ontslagen te worden. Maar die blik in haar ogen… Ik blijf. Ze vraagt me om samen te bidden: “Onze Vader…” En aan het eind: “Zing iets alsjeblieft”. Ik herinner me het lied: “We nemen niets met ons mee, alleen liefde…”. De andere bewoners staren ons aan. De vrouw is blij en zegt tegen mij: “God zegene je, mijn dochter”; kort daarna sterft ze.

Hoe dan ook, ik werd ontslagen omdat ik de keuken verlaten had. Mijn familie heeft mijn financiële steun nodig, maar ik heb vrede en ben gelukkig: ik heb aan God gehoor gegeven en die vrouw heeft de belangrijkste stap in haar leven niet alleen gezet”.

Letizia Magri en de Commissie Woord van Leven

[1] Cf. Romeinen 8, 22-27.

[2]  Cf. Openbaring 21, 1.

[3] C. Lubich, Woord van leven augustus 1984.