Woord van Leven – februari 2022

 
“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen” (Johannes 6, 37).

Voor de verschillende digitale versies: audio, stripverhaal voor kinderen, video, klik op www.woord-van-leven.be.

Deze woorden komen uit het gesprek dat Jezus heeft met een menigte mensen na de wonderbare broodver­menig­vuldiging. Ze zijn naar Jezus op zoek gegaan en vragen om een extra teken om in Hem te kunnen geloven.
Jezus maakt hun duidelijk dat Hij zelf het teken is van Gods liefde. Meer nog: Hij is de Zoon die van de Vader de opdracht heeft gekregen om alles wat leeft op te nemen en terug te brengen naar het huis van de Vader, in het bijzonder iedere persoon.  Elke mens is toch geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. De Vader zelf heeft inderdaad het initiatief al genomen en trekt iedereen naar Jezus toe[1]. Hij legt in elk hart het verlangen naar het volle leven, dat wil zeggen naar de gemeenschap met God en met alle medemensen. Jezus zal dus niemand afwijzen, hoe ver hij zich ook van God mag voelen, want dit is de wil van de Vader: niemand verliezen.

“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen.”

Dat is echt goed nieuws: God houdt zielsveel van iedereen. Zijn tederheid en barmhartigheid zijn gericht op iedere man en vrouw. Hij is de geduldige en barmhartige Vader die wacht op iedereen die zich op weg begeeft, gedreven door een innerlijke stem.
Het mankeert ons vaak aan vertrouwen: waarom zou Jezus mij welkom heten? Wat wil Hij van mij? In werkelijkheid vraagt Jezus ons alleen dat we ons tot Hem laten trekken, ons hart bevrijden van alles wat in de weg zit en zijn belangeloze liefde in vertrouwen ontvangen. Maar het is ook een uitnodiging die vraagt om onze verantwoordelijkheid te nemen. Als we zo’n overvloed aan tederheid van Jezus ervaren, voelen wij ons op onze beurt geroepen om Hem te verwelkomen in iedere naaste[2]: man of vrouw, jong of oud, gezond of ziek, uit onze eigen cultuur of niet …. En we wijzen niemand af.

“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen.”

In Quebec (Canada) zet een christelijke gemeenschap die het Woord leeft zich in voor de opvang van gezinnen die vanuit de hele wereld naar hun land komen: Frankrijk, Egypte, Syrië, Libanon, Congo… Iedereen wordt verwelkomd en geholpen, ook met kansen tot integratie. Dit houdt in: het beantwoorden van hun vele vragen, formulieren invullen in verband met de vluchtelingenstatus of de status van ingezetene, afspreken met de school van de kinderen, hen begeleiden bij het ontdekken van hun buurt. En daarbij zijn ook belangrijk de inschrijving voor cursussen Frans en het zoeken naar werk.
Guy en Micheline schrijven: “Een Syrisch gezin dat naar Canada was gekomen om aan de oorlog te ontsnappen, ontmoette een ander gezin dat net was aangekomen en helemaal het Noorden kwijt was. Via hun sociale contacten activeerden zij een netwerk van solidariteit, en vele vrienden zorgden voor de nodige spullen: bedden, banken, tafels, stoelen, eetgerief, kleding, boeken. De kinderen hadden spontaan gezorgd voor spelletjes voor de kinderen, nadat hun ouders hen van de situatie verteld hadden. De familie kreeg meer dan zij nodig had en hielp op haar beurt andere behoeftige gezinnen in hun opvanghuis. Het Woord van leven van die maand was heel gepast: ‘Heb je naaste lief als jezelf!’”

“Wie bij Mij komt zal Ik niet wegsturen.”

Zo kunnen wij dit Woord van God omzetten in leven: getuigen van de nabijheid van de Vader bij elke medemens, als individu en als deel van een gemeenschap.
Een meditatie van Chiara Lubich over de barmhartige liefde kan ons hierbij helpen. Deze liefde, schrijft Chiara, is “een liefde die hart en armen opent voor de mensen die in ellende verkeren, voor hen die gebroken zijn door het leven, voor berouwvolle zondaars. Een liefde die medemensen verwelkomt die de weg kwijt zijn, vriend, familielid of vreemdeling, en hen ontelbare malen vergeeft. Een liefde die niet meet en niet gemeten wordt. Het is een naastenliefde die overvloediger, algemener en concreter opbloeit dan die we ooit in ons hart gehad hebben. Eigenlijk voelt iemand gevoelens geboren worden die gelijken op de gevoelens van Jezus. Voor iedereen die zij of hij ontmoet, komen over haar of zijn lippen de goddelijke woorden: ‘Ik heb medelijden met deze menigte’ (vgl. Matteüs 15, 32).

Barmhartigheid is de hoogste uitdrukking van de naastenliefde, de vervulling ervan. En de naastenliefde overtreft de pijn, omdat die alleen iets is van dit leven, terwijl de liefde ook in het volgende leven blijft bestaan. Niet naar offers gaat de voorkeur van God uit maar naar barmhartigheid.”[3]

Letizia Magri en de Commissie Woord van Leven

[1] Vgl. Johannes 6, 44

[2] Vgl. Matteüs 25:45.

[3] C. Lubich, Quando si è conosciuto l’amore, in La dottrina spirituale, Città Nuova, Roma 2006, pp. 140-141

Lees ook